06 mei 2015
Gerechtshof Amsterdam: ontruiming Vluchtgarage mag doorgaan
...over het zwaarwegend belang van een grasveld. Het Gerechtshof Amsterdam vernietigde op 31 maart 2015 de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam inzake het niet mogen ontruimen van de zgn. Vluchtgarage. In tegenstelling tot het oordeel van de Kort Geding rechter weegt voor het Hof het belang van de Gemeente Amsterdam zwaarder en is de Amsterdamse nachtopvang wel voldoende.
De Rechtbank Amsterdam had op 20 februari 2015 in kort geding bepaald dat de Vluchtgarage, een pand in Amsterdam waar een groep van ongeveer 125 dakloze asielzoekers verblijft, niet voor 1 mei 2015 mocht worden ontruimd door de gemeente. De voorzieningenrechter achtte ontruiming ‘inhumaan onder de huidige winterse omstandigheden’. Op 31 maart 2015 heeft het Gerechtshof Amsterdam echter anders beslist (Overweging 3.9):
“Naar voorlopig oordeel van het hof dient het belang van [geïntimeerden] om al dan niet tijdelijk langer in de Garage te verblijven te wijken voor de gerechtvaardigde wens van de gemeente Amsterdam om te kunnen beschikken over de Garage teneinde de concrete renovatieplannen van de K-buurt in Amsterdam Zuid Oost verder gestalte te geven. [geïntimeerden] verblijven van stond af aan wederrechtelijk in de garage en plegen daarmee een strafbaar feit, terwijl geenszins vaststaat (zo al niet is uitgesloten), dat dit verblijf op enig moment zou kunnen worden gelegaliseerd. In die zin valt niet dadelijk in te zien waarom de Staat zou moeten afzien van een ontruiming van de betreffende Garage – waartoe zij wettelijk bevoegd is –- ten gunste van [geïntimeerden].”
[…]
“Hoewel nog niet duidelijk is op welke wijze het Comité van Ministers van de Raad van Europa op deze uitspraken [van het ECSR d.d. 1 juli 2014, red.] zal reageren, kan worden vastgesteld dat vanaf 11 november 2014 de gemeente Amsterdam een voorziening (BBB) in het leven heeft geroepen – een voorziening die dus ook al bestond ten tijde van het vonnis van de voorzieningenrechter, waarvan beroep - waarvan redelijkerwijs kan worden gezegd dat deze voorziening tegemoet komt aan de meest elementaire levensbehoeften van personen als [geïntimeerden].”
Het Hof is dus van oordeel dat het belang van de gemeente Amsterdam, ‘renovatieplannen’ die in de praktijk neerkomen op de aanleg van een grasveld, zwaarder wegen dan de belangen van asielzoekers die zonder voorzieningen op straat zijn gezet. Het Hof refereert ook aan een alternatief in de zin van de Amsterdamse bed-, bad-, brood - voorziening. Deze opvang biedt in de woorden van de gemeente Amsterdam ruimte aan 135 personen (“De opvang aan Schuitenhuisstraat 9 biedt plaats aan 75 personen. Mocht het nodig zijn dan is er een tweede locatie stand-by waar plaats is voor nog 60 personen.”). Los van de omstandigheid dat de vreemdelingen die daar verblijven overdag tussen 9:00 en 17:00 uur alsnog de straat op moeten - zij mogen zelfs op last van de gemeente zich niet binnen een straal van 500 meter van de opvang bevinden! - biedt deze opvang ook onvoldoende capaciteit om de instroom van de bewoners van de Vluchtgarage op te kunnen vangen.
Meer informatie:
Het arrest van het Gerechtshof Amsterdam d.d. 31 maart 2015 met zaaknummer 200.166.076/01 (8 pag's pdf-bestand)
De informatie d.d. 22 december 2014 over de Bed-, Bad-, Brood voorziening op de website van de Gemeente Amsterdam
Lees ook:
24-02-15 Geen ontruiming Vluchtgarage
10-11-14 Nederland schendt basisrecht op voedsel, kleding en onderdak
08-07-14 Rechtbank Amsterdam: Vluchthaven mag worden ontruimd
25-04-14 ‘Niet alle mensen in de Vluchtgarage zijn uitgeprocedeerd’