09 maart 2015
Vrijstelling van griffierechten mogelijk voor asielzoekers
De Centrale Raad van Beroep heeft op 13 februari 2015 een uitspraak gedaan over het heffen van griffierechten. Daarvan moet worden afgezien als voor minder draagkrachtige personen hierdoor de toegang tot de rechter wordt belemmerd.Ook voor hoger-beroepsprocedures bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is het mogelijk vrijstelling van griffierecht te krijgen.
De CRvB overweegt dat voorop moet blijven staan dat iedereen toegang moet kunnen hebben tot de rechtspraak. Onder bepaalde omstandigheden kan het heffen van griffierechten, in het bijzonder voor minder draagkrachtige personen, een belemmering van deze toegang betekenen. Dit kan concreet het gevolg hebben dat soms af moet worden gezien van het heffen van deze griffierechten.
Enige relevante overwegingen uit de uitspraak:
(3.2): “(...) Daarbij is de wetgever ervan uitgegaan dat heffing van griffierecht niet tot gevolg mag hebben dat aan bepaalde groepen rechtzoekenden in feite de toegang tot de bestuursrechter wordt ontnomen (...).”
(3.3): “ In het algemeen kan worden aangenomen dat de regeling in het bestuursrecht over heffing van griffierecht, inclusief de thans daarbij behorende bedragen aan griffierecht, van dien aard is dat rechtzoekenden daarmee de toegang tot de rechter niet wordt ontnomen.”
(3.4): “Dit laat echter onverlet dat zich gevallen kunnen voordoen waarin heffing van het ingevolge de wet verschuldigde bedrag aan griffierecht het voor de rechtzoekende onmogelijk, althans uiterst moeilijk maakt om gebruik te maken van een door de wet opengestelde rechtsgang. (...)”
(3.6): “(...) Indien blijkt dat in deze periode sprake is van de in 3.4 bedoelde situatie, dan zal de griffier aan alle bij het geding betrokken partijen mededelen dat vooralsnog van de heffing van griffierecht wordt afgezien. Mocht in de loop van de procedure gerede twijfel ontstaan aan de juistheid van die beoordeling, dan kan daarvan uiterlijk tot de (eind)uitspraak worden teruggekomen.”
Hiernaast heeft INLIA recent geconstateerd dat vrijstelling van griffierechten bij de Raad van State ook een mogelijkheid is. Bij het indienen van hoger beroep kan de advocaat bij de Raad van State aangeven dat hij in verband met de geringe financiële draagkracht van zijn cliënt vrijstelling van de griffiekosten aan wil vragen. Hierop ontvangt hij een formulier van de Raad van State waarna deze instelling kan beslissen om de betrokkene inderdaad vrij te stellen van het betalen van griffiekosten.
Voor vreemdelingen zonder verblijfsvergunning is dit een belangrijke ontwikkeling, omdat zij vaak geen of zeer beperkte inkomsten hebben. Zij mogen immers niet werken, hebben slechts recht op een leefgeldvergoeding of zelfs alleen een zogenaamde Bed, Bad & Brood-voorziening. In het verleden klopten deze asielzoekers dan vaak aan bij kerken, hulporganisaties of particulieren voor vergoeding van deze gelden.
Als u als diaken of particulier, betrokken bij een asielzoeker waarvoor een procedure bij de rechtbank of de Raad van State gevoerd moet worden, gevraagd wordt om griffierecht te betalen kan het dus van belang zijn eerst de advocaat van de asielzoeker te wijzen op deze vrijstellingsmogelijkheid. Veel advocaten waren hier namelijk nog niet van op de hoogte. Wel beter bekend is de mogelijkheid om bij de Raad voor de Rechtsbijstand te vragen om een toevoeging waaruit de advocaat zijn uren vergoed krijgt. Daarbij is het ook mogelijk om voor een cliënt die minvermogend is een zgn. ‘nihilstelling’ te krijgen van de eigen bijdrage die normaliter aan de advocaat moet worden betaald.
Meer informatie:
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 13 februari 2015 (zaaknummer 13-1349 WWB-V)
Lees ook:
09-12-13 Landsadvocaat krijgt zeventien keer meer betaald
18-10-13 Bezuiniging op rechtsbijstand rampzalig voor asielzoekers