'Hoe heette de verloren zoon?'
Die is van belang als tot het christendom bekeerde moslims bij terugkeer naar hun land van herkomst gevaar lopen. Binnen kerken wordt verschillend omgegaan met de vraag van bekeerlingen om gedoopt te mogen worden. De stichting Gave presenteerde op 1 juli een brochure met adviezen voor kerken.
Sinds enkele jaren kunnen bekeringsverhalen van asielzoekers worden voorgelegd aan een commissie van theologen onder leiding van dr Bas Plaisier (scriba van de PKN) en/of aan een groep godsdienstpsychologen van de Vrije Universiteit onder leiding van dr Joke van Saane. Helaas, zo werd bij de hoorzitting in de Kamer gesteld, schuift de IND de rapporten van deze deskundigen te snel zonder argumenten of toelichting terzijde.
Ook de eigen deskundigheid van de IND, met name de bijbelkennis van beslismedewerkers, laat nog te wensen over. Cultuursocioloog Rien van der Toorn vertelde in het Nederlands Dagblad (25 juni 2014) dat soms wordt gevraagd hoe de verloren zoon heette (maar dat staat niet in de Bijbel…).
Kerken die in contact staan met moslims die zijn bekeerd tot het christendom komen voor de vraag te staan of, en op welk moment, de bekeerling gedoopt kan worden. Dat sacrament is niet alleen een bekrachtiging van de overgang naar het christendom, maar een doopverklaring kan ook een belangrijke rol spelen in de asielprocedure: met een dergelijk document maken asielzoekers uit sommige, m.n. streng-islamitische landen zoals Irak en Iran aanzienlijk meer kans op een verblijfsvergunning. De kans bestaat dus dat een asielzoeker bekering veinst om voor een verblijfsstatus in aanmerking te komen.
Dr Plaisier, die over dit onderwerp ook masterclasses aan IND-medewerkers heeft gegeven, vindt dat kerken niet te snel moeten dopen, omwille van de eigen geloofwaardigheid. “Wij krijgen vaak het verwijt naïef te zijn, iedereen maar aan te nemen. (…) Het is verleidelijk als kerk, zeker in schrijnende gevallen, om iemand dan maar te dopen. Toch moet je dat niet doen.” (Algemeen Dagblad, 2 juli 2014).
De stichting Gave heeft deze week een brochure uitgebracht onder de titel ‘In Goede Aarde’, bedoeld als handreiking aan kerken over het dopen van asielzoekers, met aandacht voor het traject voor en na het moment van de doop. “Als kerken zonder voortraject asielzoekers dopen brengen ze daarmee de geloofwaardigheid van echte bekeerlingen in gevaar”, aldus Marco Vos van Gave in het Nederlands Dagblad van 1 juli 2014. Gave heeft het idee van een ‘keurmerk’ verworpen, maar adviseert wel een gedoopte asielzoeker een duidelijke brief voor de IND mee te geven “waarin staat waarom hij is gedoopt en welk proces daaraan vooraf is gegaan”.
Voorganger Masoud Mohammad Amini van de Perzische kerk ‘Kores’ in Apeldoorn, die veel door Iraanse vluchtelingen wordt bezocht, is niet zo blij met het verzoek om terughoudendheid. In een interview in het Nederlands Dagblad (4 juli 2014) zegt hij “In de Bijbel lees ik ook niet over wachttijden. (…) Als ik iemand niet wil dopen, of daarmee wil wachten, zeg ik feitelijk: blijf nog maar even moslim.” Volgens deze voorganger is de doop voor een moslim “startpunt van zijn christen-zijn. (…) De groei van het geloof komt na de doop en niet ervoor. (…) Onder Nederlandse christenen lijkt het soms alsof je al een volmaakte christen moet zijn voordat je gedoopt mag worden. Alsof het een diploma is.”
Meer informatie:
De brochure ‘In Goede Aarde’ is te bestellen en te downloaden op de site van Gave
Lees ook:
14-02-12 Symposium: 'Neem geloofsvervolging in asielprocedure serieus'
28-04-11 Platform presenteert rapport over bekeerde Iraanse christenen