Kerken komen op voor staatlozen
In Europa gaat het vooral om Roma, maar ook om Syrische Koerden en staatloze Palestijnen en om onderdanen van uiteengevallen staten zoals Joegoslavië en de vml. Sovjet-Unie; in Azië leven bijvoorbeeld staatloze Bihari en Rohinggyas in Bangladesh, Tibetanen en Bhutanezen in Nepal. In Afrika kennen we o.a. de Bajuni, een etnische minderheid die leeft aan de Somalische kust.
Het 50-jarig bestaan in 2011 van het ‘VN Verdrag tot Beperking der Staatloosheid’ uit 1961 was aanleiding tot hernieuwde aandacht voor dit probleem. Nederland is één van de 37 landen die dit verdrag alsook het daaraan voorafgaande ‘VN Verdrag betreffende de Status van Staatlozen’ uit 1954 heeft ondertekend en geratificeerd. Toch hebben ook in Nederland staatlozen grote problemen, zo blijkt uit een onderzoek uit december 2011 van de UNHCR.
Volgens het Centraal Bureau voor Statistiek staan in Nederland ruim 85.000 mensen geregistreerd als ‘nationaliteit onbekend’, terwijl het in slechts 2.000 gevallen daarvan gaat om ‘echte’ staatlozen (waaronder een groot aantal geboren in Nederland uit Molukse ouders). Eén van de oorzaken van deze aantallen is dat enerzijds in de Gemeentelijke Basis Administratie bij inschrijving van vreemdelingen veel te gemakkelijk de categorie ‘nationaliteit onbekend’ wordt gebruikt (als ‘vergaarbak voor moeilijke gevallen’) en anderzijds een vreemdeling met officiële documenten moet aantonen staatloos te zijn, om als zodanig erkend en geregistreerd te kunnen worden. Maar de zware bewijslast die de GBA aan de vreemdeling oplegt is nu juist de kern van het probleem: er is geen staat die dergelijke documenten wil of kan afgeven. Het UNHCR bekritiseert deze ‘kafkaëske’ situatie en bepleit de instelling van een staatloosheidsprocedure, waarbij door een gespecialiseerde, gecentraliseerde en onafhankelijke instantie staatloosheid wordt vastgesteld. Daarmee zou Nederland beter voldoen aan de aangegane verdragsverplichtingen.
Het probleem van staatloze vreemdelingen is ook zichtbaar in de vicieuze cirkel van vreemdelingenbewaring: staatloze afgewezen asielzoekers zonder papieren kunnen naar geen enkel land worden uitgezet, worden na een periode in vreemdelingenbewaring dan maar op straat gezet met de opdracht Nederland te verlaten, moeten in de illegaliteit en criminaliteit zien te overleven, worden weer gearresteerd enz. In theorie bestaat voor hen de mogelijkheid van een verblijfsvergunning op grond van het ‘buiten schuld criterium’ (BSC-status), maar ook hiervoor is de bewijslast dermate zwaar dat deze status bijna nooit verstrekt wordt. Als er een aparte procedure voor het vaststellen van staatloosheid zou bestaan zou daardoor het asielloket worden ontlast, zo blijkt ook uit ervaringen in landen zoals Frankrijk, Spanje en Hongarije die een dergelijke procedure hebben opgezet.
In Nederland heeft Kerk in Actie o.a. een korte documentaire (‘Stateloos maakt radeloos’) en een rap gefinancierd om daarmee beter duidelijk te kunnen maken welke problemen de plm 1.000 Roma en Sinti gezinnen en andere staatlozen in ons land ondervinden. Zij hebben geen verblijfsvergunning en kunnen dus niet legaal werken, zich verzekeren of gebruik maken van collectieve voorzieningen; kinderen kunnen geen examens afleggen en zo een diploma behalen enz.
Op diverse niveaus pleiten ook de Wereldraad van Kerken (WCC) en de Kerkelijke Commissie voor Migranten in Europa (CCME) voor verbetering van de rechtspositie en bescherming van de fundamentele rechten van staatlozen en voor een heldere procedure om staatloosheid te erkennen. De Europese Commissie heeft in mei 2012 bij de lidstaten aangedrongen zich binnen het afgesproken ‘EU-kader voor nationale strategieën voor integratie van Roma’ serieus in te spannen voor de economische en sociale integratie van de 10 à 12 miljoen Roma in Europa. De CCME en Eurodiaconia hebben daaraan in Hongarije (maart 2011) een waardevolle bijdrage geleverd.
Tijdens een conferentie in Bangladesh (december 2011) heeft de commissie voor internationale zaken van de Wereldraad van Kerken (CCIA) de kerken opgeroepen zich in te zetten voor de rechten van staatlozen. De commissie baseert zich daarbij op de twee al genoemde VN-verdragen en op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (art. 15*), maar ook op de Bijbel:
“All human beings, irrespective of their race are created in God’s image and should therefore be respected. Likewise stateless people and minority/ethnic groups are God’s creation. Therefore we are bound to see that justice is done to them. (…) “
Met een verwijzing naar Exodus 22:21, Lucas 4:18-19 en Mattheus 25: 35-36 schrijft de Wereldraad in haar verklaring:
“These biblical and theological bases motivate us to express our Christian commitment and to be engaged in our prophetic witness to speak for the rights of voiceless and the marginalised stateless people who live in our midst.”
*) Artikel 15 UVRM luidt:
1. Een ieder heeft het recht op een nationaliteit.
2. Aan niemand mag willekeurig zijn nationaliteit worden ontnomen, noch het recht worden ontzegd om van nationaliteit te veranderen.
Meer informatie:
Het rapport 'Staatloosheid in Nederland' van dec 2011 staat op de de campagne-pagina 'Staatloosheid' van de Nederlandstalige site van de UNHCR en is ook hier te downloaden (pdf-bestand, 80 pag's, 600 kB)
Het bericht van Kerk in Actie 'Roma: stateloos maakt radeloos' d.d. 29 maart 2012
Het rapport van de CCME en Eurodiaconia: 'An ecumenical contribution of European Churches and diaconal organisations to the EU Framework for National Roma Integration Strategies', maart 2011 (pdf-bestand, 4 pag's, Engelstalig)
Het bericht van de Wereldraad van Kerken 'WCC Consultation calls churches to advocate for the rights of stateless people' d.d. 22 december 2011 met een link naar het communiqué dat werd uitgegeven na de conferentie in Bangladesh, 16-18 december 2011.
Lees ook:
15-08-12 Nationale ombudsman: vreemdelingenbewaring is inhumaan
04-01-11 Rechtbank Zwolle: Nederlandse nationaliteit voor staatloze kinderen
Dossier Staatloosheid