11 mei 2012

EU Hof van Justitie over betekenis godsdienstvrijheid in asielprocedure

EU Hof van Justitie over betekenis godsdienstvrijheid in asielprocedure
De Advocaat-Generaal van het Europees Hof van Justitie heeft uitgesproken dat er "een gegronde vrees voor vervolging bestaat, indien een asielzoeker voornemens is om bij terugkeer in het land van herkomst de godsdienstige activiteiten, die hem aan een gevaar voor vervolging blootstellen, voort te zetten. Redelijkerwijs kan niet van die asielzoeker worden verwacht dat hij afziet van die activiteiten, en met name van het belijden van zijn geloof.".


Ook concludeerde de Advocaat-Generaal van het Hof "dat een ernstige aantasting van de godsdienstvrijheid, ongeacht welk aspect daarvan wordt aangetast, een ‘daad van vervolging’ kan vormen wanneer de asielzoeker, wegens het uitoefenen van die vrijheid of het niet naleven van de beperkingen die in zijn land van herkomst aan die vrijheid zijn gesteld, een werkelijk gevaar loopt op vervolging, terechtstelling of foltering (...)".

In de praktijk kwam het Nederlandse beleid er jarenlang op neer dat van bijvoorbeeld bekeerlingen uit Iran gevraagd kon worden om hun geloof in stilte te belijden in Iran. Bekeerlingen kwamen om deze reden niet in aanmerking voor een asielstatus. De uitleg van het Europese Hof van Justitie, in antwoord op de zogenaamde prejudiciële vragen van het Duitse Bundesverwaltungsgericht, heeft ook betekenis voor Nederland, want hiermee lijkt aangegeven te worden dat het Nederlandse beleid niet langer stand kan houden.

In antwoord op kamervragen had minister Leers onlangs nog laten weten dat hij in een ongemotiveerde interim measure van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en in de prejudiciële vragen van het Bundesverwaltungsgericht geen aanleiding zag om de behandeling van asielzaken van bekeerlingen aan te houden. De minister schreef letterlijk: "Een enkele beperking in de vrijheid van godsdienst zal daarom op zichzelf niet snel als daad van vervolging worden aangemerkt. Slechts indien er sprake is van ernstige schending van de godsdienstvrijheid is er sprake van vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag. (...) Conform Nederlands beleid zal in elk geval sprake zijn van een ernstige schending wanneer de beperkingen dusdanig zijn dat betrokkene zijn geloof uitsluitend in verborgenheid kan belijden."


Meer informatie:
De volledige tekst van de zgn. conclusie op prejudiciële vragen d.d. 19 april 2012 van de Advocaat-Generaal van het Europese Hof van Justitie (Nederlandstalig, 21 pag's, pdf-bestand)
De antwoorden van minister Leers d.d. 4 april 2012 op kamervragen van Voordewind c.s. van 15 maart 2012

Zie ook:
13-03-12  Opmerkelijke uitspraken in zaken van Iraanse bekeerlingen
18-11-11  Rechtbank Den Haag: bijwonen van kerkdiensten beperken is daad van vervolging
 
Aanvullende informatie:
Het EU Hof  van Justitie heeft op 5 sept 2012 uitspraak gedaan op basis van de bovengenoemde conclusie van de Advocaat-Generaal. De volledige tekst van deze uitspraak is opgenomen als link bij het bericht van 29-10-13 en ook hier te downloaden (18 pag's).