Legestarief alleen verlaagd bij aanvragen o.g.v. art. 8 EVRM
In de uitspraak van 10 januari jl. had het Hof aangegeven dat de Nederlandse overheid te weinig rekening houdt met de inkomenssituatie van de belanghebbenden. Volgens het Hof werpen de hoge leges een onnodige belemmering op voor personen die zich beroepen op het artikel in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens inzake het recht op gezinsleven (art. 8 EVRM).
De uitspraak van het Hof was een vrij principiële uitspraak, waaruit minister Leers de conclusie had moeten trekken dat er ook bij de aanvragen van de overige reguliere verblijfsvergunningen (zoals verblijfsvergunningen o.g.v. buiten schuld of schrijnendheid) alsmede bij naturalisatie, rekening zou moeten worden gehouden met de inkomenssituatie van belanghebbenden. Helaas kiest de minister er nu voor om alléén de leges te verlagen in zaken waarin art. 8 EVRM speelt (‘verblijf bij een familie- of gezinslid als meereizende gezinsleden’), maar handhaaft hij de absurd hoge leges voor alle andere reguliere verblijfsvergunningen.
In theorie bestaat er weliswaar een mogelijkheid om vrijgesteld te worden van de verplichting om leges te betalen, maar in de praktijk wordt deze vrijstelling bijna nooit verleend; dit terwijl de betreffende vreemdelingen vaak geen recht hebben op een uitkering noch mogen werken, en aldus vaak moeten leven van giften etc. Dat betekent dat vreemdelingen niet kunnen krijgen waar ze recht op hebben, enkel en alleen omdat ze het geld voor het betalen van de leges niet hebben. Het verkrijgen van recht dat je feitelijk toekomt mag nimmer afhankelijk zijn van de vraag of je wel of niet vermogend bent: dat is principieel verwerpelijk!
Meer informatie:
De brief van minister Leers aan de Tweede Kamer d.d. 13 april 2012
Het overzicht van de huidige legestarieven van de IND
Zie ook:
16-01-12 EHRM: hoge leges mag recht op gezinsleven niet belemmeren
07-09-11 Europese Commissie gaat legestarieven onderzoeken
14-07-11 Buitensporige verhoging legestarieven IND
Expertisedossier Leges