Raad van State meet (weer eens) met twee maten
In een uitspraak van 20 september jl. heeft de Raad van State uitgesproken dat een EU-laissez passer waarmee de DT&V een asielzoeker wilde uitzetten naar Irak, niet als bewijs kan dienen dat hij ook afkomstig is uit Irak. De IND twijfelde bij twee eerdere asielaanvragen aan de nationaliteit van betrokkene. Toen de betreffende asielzoeker uiteindelijk uitgeprocedeerd raakte, wilde DT&V de betrokkene met een EU-staat uitzetten naar Irak. Hierop heeft betrokkene opnieuw asiel aangevraagd, aangezien de Nederlandse overheid blijkens de afgifte van de EU-staat kennelijk niet meer twijfelde aan de nationaliteit van betrokkene.
In deze uitspraak geeft de Raad van State echter aan dat betrokkene in het kader van zijn nieuwe asielaanvraag zijn nationaliteit toch niet met behulp van een EU-staat kan aantonen. Dit is wel hoogst merkwaardig, want de Nederlandse overheid zet wel asielzoekers uit met behulp van EU-laissez passers, maar zodra een asielzoeker dezelfde EU-staat als bewijs wil gebruiken in een asielprocedure heeft deze opeens geen enkele waarde meer.
Kortom: de Raad van State meet opnieuw met twee maten. De betekenis die de Raad van State toekent aan een EU-staat is dus afhankelijk van de omstandigheid of de DT&V dit document wil gebruiken voor een uitzetting, of dat de asielzoeker het wil gebruiken voor zijn asielprocedure.
Dit is overigens niet de eerste keer dat we dit fenomeen hebben waargenomen. Ook ten aanzien van het begrip 'jeugddetentie' liet de Raad van State al zien met twee maten te meten, zoals blijkt uit ons bericht van 20 januari jl.
Meer informatie:
De volledige uitspraak van de Raad van State d.d. 20 september 2011.
20-01-11 Raad van State kent twee soorten jeugddetentie