Minder asielzoekers 'met onbekende bestemming'
Over het eerste halfjaar van 2010 schrijft Justitie: "Het aantal vreemdelingen dat aantoonbaar uit Nederland vertrok, is gestegen met 18% ten opzichte van het eerste halfjaar van 2009. In totaal zijn er in het eerste halfjaar van 2010 circa 5.690 vreemdelingen aantoonbaar uit Nederland vertrokken. In de eerste zes maanden van 2010 handelde de Dienst Terugkeer en Vertrek de zaken van ongeveer 7.490 vreemdelingen af. Dit is een stijging van 40% ten opzichte van dezelfde periode in 2009. Het grootste gedeelte van deze vreemdelingen, ongeveer 5.300 personen, is vertrokken, waarvan 55% aantoonbaar."
Als 55% van 5.300 (dus 2.915) aantoonbaar is vertrokken betekent dat dat de overige 45% (dus 2.385) 'met onbekende bestemming' moet zijn verdwenen.
Op de totale caseload van de DT&V van 7.490 vreemdelingen over de eerste helft van 2010 zijn de percentages dan als volgt:
Totaal aantal vreemdelingen DT&V | 7.490 | 100% |
Opnieuw in procedure e/o in opvang of alsnog verblijf gekregen | 2.190 | 29% |
Controleerbaar vertrokken | 2.915 | 39% |
Met onbekende bestemming vertrokken (mob) | 2.385 | 32% |
Het percentage controleerbaar vertrek over geheel 2009 (zie ons artikel van 21 juni 2010) was 38,5% en het percentage 'mob' was toen ook 38,5%. Het percentage controleerbaar vertrek is dus met 0,5% toegenomen en het percentage 'mob' met 6,5% afgenomen. Vreemd genoeg wordt de afname van het percentage vreemdelingen dat 'met onbekende bestemming' is vertrokken echter niet in het persbericht vermeld.
Minimalisering van het percentage vreemdelingen dat 'met onbekende bestemming' vertrekt zou juist het uitgangspunt van het terugkeerbeleid moeten zijn. Helaas blijkt in de praktijk maar al te vaak dat het op straat zetten van asielzoekers één van de belangrijkste uitgangspunten is van het huidige terugkeerbeleid. Daarmee zadelt Justitie de samenleving echter op met een hoop onnodige problemen (dakloosheid, illegaliteit etc.).
Klik hier voor het volledige persbericht van 1 oktober 2010.