Resolutie Raad van Europa: Nederland mag geen kind op straat zetten
Dit is het vervolg op de eerder gegrond verklaarde klacht van Defence for Children International tegen de Nederlandse staat over het feit dat kinderen zonder rechtmatig verblijf geen toegang tot opvang hebben.
In opvallend krachtige bewoordingen zegt het Comité van Ministers dat de huidige Nederlandse wetgeving niet in overeenstemming is met het Europees Sociaal Handvest (ESH) en dat Nederland de plicht heeft om dakloosheid van kinderen te voorkomen. Het Comité van Ministers onderschrijft het standpunt van het Europees Comité voor Sociale Rechten in deze zaak door te stellen dat het ESH ook verplichtingen in het leven roept voor mensen die niet rechtmatig in het land verblijven, zeker als het om kinderen gaat.
De Nederlandse regering herhaalt in haar reactie op de uitspraak de eerder uiteengezette standpunten over het huidige opvangbeleid, ondanks het feit dat de Tweede Kamer een motie heeft aangenomen waarin Minister Hirsch Ballin is gevraagd om ‘illegale’ gezinnen ruimhartiger op te vangen (motie Van Velzen, zie ons bericht van 21/05/10). Verschillende rechters hebben de uitspraak van de Kamer inmiddels wel al toegepast.
De coalitie 'Geen Kind op Straat' (waarvan ook INLIA deel uitmaakt) roept de Minister op gehoor te geven aan de resolutie van het Comité van Ministers en daarmee serieus werk te maken van het beëindigen van deze kinderrechtenschending.
Op 31 oktober 2010 moet Nederland rapporteren aan de Raad van Europa over de vorderingen in de implementatie van het ESH op het thema kinderen, gezinnen en migranten. De coalitie Geen Kind op Straat zal dan ook een rapport insturen over kinderen die nog altijd op straat worden gezet.
Meer informatie:
Lees hier de tekst van de resolutie van het Comité van Ministers (Engelstalig).
De uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten publiceerden we op 02/03/10.
Over de (schandalig late) reactie van de minister publiceerden we op 16/03/10 een bericht.
Expertisedossier Recht op Opvang