02 januari 2025

EU Hof: Nederland mag opvang derdelanders uit Oekraïne eerder beëindigen

EU Hof: Nederland mag opvang derdelanders uit Oekraïne eerder beëindigen
Op 19 december 2024 heeft het Hof van Justitie van de EU in antwoord op prejudiciële vragen uitgesproken dat Nederland de tijdelijke bescherming van derdelanders die een tijdelijke verblijfsvergunning hadden in Oekraïne eerder mag beëindigen.


Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak stelde de Raad van Ministers van de Europese Unie de Richtlijn Tijdelijke Bescherming in werking. Deze gold met ingang van 4 maart 2022 voor Oekraïners, voor staatlozen en voor mensen met andere nationaliteiten die een asielstatus of een permanente verblijfsvergunning in Oekraïne hadden.

De toenmalige staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in Nederland besloot aanvankelijk dat ook derdelanders met een tijdelijke Oekraïense verblijfsvergunning onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming zouden vallen. Deze zgn. ‘facultatieve bescherming’ werd per 4 september 2023 echter weer ingetrokken.

Toen deze derdelanders dat besluit aan de rechter voorlegden volgden er verschillende uitspraken. Om aan die rechtsongelijkheid een einde te maken stelden de Rechtbank Amsterdam (op 29 maart 2024) en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (op 25 april 2024) prejudiciële vragen aan het EU Hof van Justitie.

Dat Hof heeft nu uitgesproken dat een EU-lidstaat de tijdelijke, facultatieve bescherming voor derdelanders die geen permanent verblijf in Oekraïne hadden eerder mag beëindigen dan de bescherming voor Oekraïners, staatlozen en derdelanders met een permanente verblijfsvergunning. Voor deze laatste categorieën is een EU-lidstaat verplicht bescherming te bieden op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming, waarvan de werking door de Raad van Ministers van de EU inmiddels tot en met 4 maart 2026 is verlengd.

De vraag per wanneer de bescherming van derdelanders zonder permanent verblijf in Oekraïne nu mag worden beëindigd ligt nu ter beantwoording bij de nationale rechter, i.c. de Rechtbank Amsterdam en de Raad van State. De minister van Asiel en Migratie heeft op 20 december 2024 aan de Tweede Kamer geschreven dat de ‘bevriezing’ van het besluit de bescherming van deze derdelanders in te trekken voorlopig nog zal voortduren, totdat in de beroepszaken definitief zal zijn beslist. Dat betekent dat alle derdelanders uit Oekraïne tot die tijd recht houden op opvang en voorzieningen in Nederland.
 

Meer informatie:
De volledige tekst van het arrest van het Hof van Justitie van de EU d.d. 19 december 2024 met de samengevoegde zaaknrs C-244/24 en C-290/24 [ECLI:EU:C:2024:1038] (download Nederlandstalig pdf-bestand, 27 pagina's)
De brief van de minister van Asiel en Migratie aan de Tweede Kamer d.d. 20 december 2024 (download pdf-bestand)

Lees ook:
13-05-24  Derdelanders uit Oekraïne houden voorlopig toch bescherming
26-01-24  Raad van State: tijdelijke bescherming derdelanders uit Oekraïne eindigt 4 maart a.s.