Beleid inzake beoordeling ‘willekeurig geweld’ (art 15c) gewijzigd
Artikel 15c van de EU Kwalificatierichtlijn (2011/95/EU) bepaalt in zijn algemeenheid dat een burger van een land recht heeft op asiel, als de situatie in dat land zo onveilig is dat die burger alleen al door daar te zijn ernstige risico’s loopt. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) stelde zich altijd op het standpunt dat individuele omstandigheden hierbij geen rol speelden, maar dat het puur gaat om de mate van willekeurig geweld in een bepaald land of een bepaalde regio. Alleen als de mate van willekeurig geweld in een bepaald gebied dermate hoog is dat men louter daardoor ernstige risico’s loopt, was art. 15c van toepassing, volgens de IND. Dit betekende dat art. 15 c volgens de IND niet van toepassing was als er sprake was van een onvoldoende hoge mate van willekeurig geweld, ondanks individuele omstandigheden die kunnen leiden tot verhoging van het risico.
Deze wijze van beoordelen werd tot nu toe ook ondersteund door jurisprudentie van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het Hof van Justitie van de EU bepaalde echter op 9 november 2023 dat individuele omstandigheden wel degelijk ook van belang zijn, en dat art. 15c ook van toepassing is bij een minder hoge mate van willekeurig geweld in combinatie met individuele risico-verhogende factoren of omstandigheden. Daarom kwam de Raad van State in zijn uitspraak van 17 juli 2024 terug op zijn eerdere oordeel dat individuele omstandigheden nooit bij de beoordeling van een risico in de zin van art 15c hoeven te worden betrokken: “Hoe meer de individuele situatie van een vreemdeling het risico op willekeurig geweld verhoogt, hoe minder de mate van willekeurig geweld hoeft te zijn om asiel te krijgen”, schrijft de Afdeling in zijn nieuwsbericht van 17 juli 2024.
Als gevolg hiervan heeft de minister nu het beleid aangepast. Er zijn in conflictsituaties nu drie niveaus van willekeurig geweld te onderscheiden, waarbij bij de 2 lagere niveaus van willekeurig geweld ook individuele omstandigheden worden betrokken. Niveau 1 (risico door loutere aanwezigheid) is de ‘kale 15c-situatie’, waarbij het conflict zelf al ernstig genoeg wordt geacht om in aanmerking te komen voor subsidiaire bescherming. Het verschil tussen niveau 2 (relatief hoger niveau van willekeurig geweld) en niveau 3 (relatief lager niveau van willekeurig geweld) is “enkel bedoeld als indicatief hulpmiddel voor beslismedewerkers, opdat zij de mate van geweld op uniforme wijze zullen appreciëren voor de betreffende landen”. In beide gevallen moeten de mate van willekeurig geweld en de individuele omstandigheden worden meegewogen.
Met deze wijziging is het begrip ‘glijdende schaal’ dat werd geïntroduceerd als gevolg van de uitspraak van het Europese Hof over de interpretatie van art 15c ruim een jaar later eindelijk ook in het beleid van de Nederlandse IND opgenomen.
Meer informatie:
De brief van de minister van Asiel en Migratie aan de Tweede Kamer d.d. 19 november 2024 (download pdf-bestand)
Het nieuwsbericht 'Individuele situatie vreemdeling moet uitdrukkelijker worden betrokken bij beoordeling van risico op willekeurig geweld' en de uitspraak met zaaknr 202400387/1 d.d. 17 juli 2024 [ECLI:NL:RVS:2024:2927] van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (links naar de RvS-website)
Het arrest in de zaak X, Y met nr C-125/22 van het EU Hof van Justitie d.d. 9 november 2023 [ECLI:EU:C:2023:843] in antwoord op prejudiciële vragen van de Rechtbank Den Bosch van 22 februari 2022 (download Nederlandstalig pdf-bestand, 17 pagina's)
Lees ook:
29-10-20 Prejudiciële vragen over uitleg art 15c ten aanzien van Afghanistan
28-06-24 Nieuw Nederlands beleid voor de Palestijnse Gebieden
Expertisedossier Afghanistan
Expertisedossier Somalië