17 oktober 2024

EU Hof van Justitie: kwetsbare onuitzetbare vreemdeling heeft recht op basisvoorzieningen

EU Hof van Justitie: kwetsbare onuitzetbare vreemdeling heeft recht op basisvoorzieningen
Een vreemdeling die na de afwijzing van zijn verblijfsaanvraag niet spoedig wordt uitgezet naar zijn land van herkomst moet daar schriftelijk over worden geïnformeerd. Bovendien mag een EU-lidstaat betrokkene niet in een situatie van verregaande materiële deprivatie laten terechtkomen.


Dat antwoordt het Hof van Justitie van de Europese Unie op 12 september 2024 op prejudiciële vragen van een Bulgaarse rechter, gesteld op 29 mei 2023.

Deze zaak gaat over een ongedocumenteerde asielzoeker die al sinds 1996 in Bulgarije verblijft en meerdere asielaanvragen heeft gedaan. De Bulgaarse autoriteiten hebben nooit de moeite genomen om hem uit te zetten naar zijn land van herkomst. Als gevolg van zijn langdurige illegale verblijf in Bulgarije is betrokkene al langere tijd uitgesloten van basisvoorzieningen in Bulgarije.

Het Hof geeft aan dat de Terugkeerrichtlijn een EU-lidstaat niet verplicht om in zo’n geval een verblijfstitel te verstrekken. Wel dient er aan betrokkene een schriftelijke bevestiging verstrekt te worden dat het terugkeerbesluit tijdelijk niet zal worden uitgevoerd, als een EU-lidstaat niet in staat is om betrokkene uit te zetten.

Het Hof overweegt daarbij tevens dat een EU-lidstaat een ongedocumenteerde vreemdeling niet in ‘een toestand van zeer verregaande materiële deprivatie’ mag laten terechtkomen, want dat is in strijd met art 4 van de EU-Terugkeerrichtlijn: het verbod op een onmenselijke of vernederende behandeling (zie par. 74 en 75 van de uitspraak).

Het Hof verwijst daarbij ook naar eerdere uitspraken uit 2019 en 2020, waar is vastgesteld dat mensen moeten kunnen eten, zich wassen en beschikken over woonruimte; het niet kunnen voorzien in deze meest essentiële behoeften is onverenigbaar met de menselijke waardigheid.

Het beëindigen per 1 januari 2025 van de financiering van de Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV) door minister Faber van Asiel en Migratie, lijkt dus in strijd te zijn met dit arrest van het Hof van Justitie, als dat tot gevolg heeft dat mensen verstoken blijven van ‘bed, bad en brood’.
 

Meer informatie:
De tekst van de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie d.d. 12 september 2024 met zaaknr C-352/23 (gepubliceerd onder de naam ‘Changu-arrest’), ECLI:EU:C:2024:748 (download pdf-bestand, 15 pagina’s)

Lees ook:
12-09-24  Stoppen bed-bad-brood is rampzalige symboolpolitiek
10-11-14  Nederland schendt basisrecht op voeding, kleding en onderdak
04-11-13  ECSR: ongedocumenteerden recht op onderdak, kleding en voeding

Dossier Recht op Opvang in het Expertise centrum