Koppelingswet in strijd met EU Terugkeerrichtlijn?

Op 13 november jl. heeft de bestuursrechter van Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over het uitsluiten van niet rechtmatig verblijvende vreemdelingen van elementaire voorzieningen, op grond van de zogenaamde Koppelingswet en art. 10 van de Vreemdelingenwet.*)
De rechtbank wil weten of het koppelen van het recht op voorzieningen aan rechtmatig verblijf niet in strijd is met de plicht om de menselijke waardigheid te eerbiedigen en te beschermen, zoals opgenomen in de EU-Terugkeerrichtlijn, met name daar waar het gaat over kwetsbare vreemdelingen. In de zaak waarin de rechtbank deze prejudiciële vragen stelt, gaat het om een niet-uitzetbare Chinese asielzoeker met HIV die rolstoelafhankelijk is en aan een ernstige huidaandoening lijdt.
Mocht het Hof concluderen dat artikel 10 Vreemdelingenwet niet in strijd is met het Unierecht, dan wil de rechtbank verder nog van het Hof weten of, indien betrokkene niet kan terugkeren en geen recht heeft op voorzieningen, er in zo’n geval wel een terugkeerbesluit kan worden opgelegd.
Consequenties
Mocht het Hof tot de conclusie komen dat de Koppelingswet en art. 10 Vw in dit geval wel in strijd zijn met de Terugkeerrichtlijn dan kan het beleid om standaard de opvang van asielzoekers te beëindigen na afloop van de asielprocedure, niet zonder meer in stand blijven. Als gevolg van dit beleid zijn sinds 1 april 2001 (de ingangsdatum van de huidige Vreemdelingenwet 2000) duizenden asielzoekers op enig moment zonder voorzieningen op straat beland in Nederland.
Meer informatie:
De volledige tekst van de verwijzingsuitspraak van rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond d.d. 13 november 2023 met zaaknummer NL23.29455, ECLI:NL:RBDHA:2023:17271 (link naar de website rechtspraak.nl)
*)
Op grond van de in 1998 van kracht geworden 'Koppelingswet' zijn niet rechtmatig verblijvende vreemdelingen uitgesloten van de toegang tot alle uitkeringen en voorzieningen in Nederland. Zij hebben alleen nog aanspraak op onderwijs tot de leeftijd van 18 jaar, verlening van medisch noodzakelijke zorg en rechtsbijstand.
Art. 10 (lid 1 en 2) van de 'Vreemdelingenwet 2000' luidt:
1. De vreemdeling die geen rechtmatig verblijf heeft, kan geen aanspraak maken op toekenning van verstrekkingen, voorzieningen en uitkeringen bij wege van een beschikking van een bestuursorgaan. (...)
2. Van het eerste lid kan worden afgeweken indien de aanspraak betrekking heeft op het onderwijs, de verlening van medisch noodzakelijke zorg, de voorkoming van inbreuken op de volksgezondheid, of de rechtsbijstand aan de vreemdeling.
Artikel 5 van de EU Terugkeerrichtlijn (2008/115/EG) bepaalt dat lidstaten bij de tenuitvoerlegging van de richtlijn o.a. rekening moeten houden met het familie- en gezinsleven en de gezondheidstoestand van de betrokken onderdaan van een derde land.
Lees ook:
23-11-22 Uitspraak Europees Hof over uitzetten zonder adequate pijnbestrijding
17-03-21 EU Hof van Justitie: belang van het kind weegt ook bij inreisverbod ouder
Dossier Recht op Opvang in het Expertise centrum