Vaststellingsprocedure voor staatloosheid eindelijk van kracht
Iemand is staatloos als geen enkel land deze persoon bij wet als zijn onderdaan beschouwt. Echter, volgens de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens heeft iedereen recht op een nationaliteit. Staatlozen hebben vaak veel moeite om erkenning te krijgen van hun situatie, die als gevolg heeft dat zij zich niet kunnen legitimeren, niet of lastiger een verblijfsvergunning kunnen krijgen of kunnen naturaliseren.
In 1954 en 1961 kwamen twee VN-verdragen tegen staatloosheid tot stand, die als doel hadden de positie van staatlozen te verbeteren. Nederland heeft de beide verdragen pas in resp. 1962 en 1985 ondertekend, en aanvaardde daarmee ook de verplichting een wettelijke regeling te maken voor het vaststellen van staatloosheid. Het heeft echter tot september 2016 geduurd voordat staatssecretaris Dijkhoff een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer indiende. In de jaren daarvoor hadden diverse gezaghebbende organisaties zoals het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de VN (UNHCR), de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ, nu de Adviesraad Migratie geheten) en het College voor de Rechten van de Mens zich kritisch uitgelaten over het nog altijd ontbreken van nationale wetgeving, waarin de volgens de verdragen vereiste procedure wordt geregeld.
Vluchtelingen- en mensenrechtenorganisaties en juridisch deskundigen uitten meteen na het indienen van het wetsvoorstel hun bezorgdheid over het ontbreken van een verblijfsrecht, dat gekoppeld zou moeten zijn aan de vaststelling van staatloosheid. Het VN Mensenrechtencomité wees er o.a. op dat de criteria voor kinderen van staatloze ouders om het Nederlanderschap te kunnen verkrijgen in strijd zijn met de rechten van het kind, zoals die in internationale verdragen zijn vastgelegd. Na jaren vertraging, onder andere doordat het wetsvoorstel enige tijd ‘controversieel’ werd verklaard, is het voorstel eindelijk aangenomen door de Tweede Kamer op 31 mei 2022 en daarna door de Eerste Kamer op 6 juni 2023.
Nu de regeling per 1 oktober 2023 in werking is getreden kan iemand die ‘evident staatloos’ is bij de gemeente of de IND om vaststelling daarvan vragen. Er is sprake van evidente staatloosheid als de staatloosheid bijvoorbeeld al door een ander land is vastgesteld, als het gaat om een in Nederland geboren kind van twee staatloze ouders of als iemand de nationaliteit heeft van een staat die niet door Nederland erkend is.
Indien er geen sprake is van evidente staatloosheid kan er bij de civiele rechtbank Den Haag verzocht worden om vaststelling van de staatloosheid. De rechtbank kijkt daarbij naar documenten en de nationaliteitswetgeving van de landen waar de staatloze eerder heeft verbleven dan wel een binding mee heeft. De rechtbank hoort in die procedure ook wat het standpunt is van de IND. In tegenstelling tot wat de IND hierover op haar eigen website aangeeft, is het echter niet zo dat de IND de rechtbank adviseert; de rechtbank neemt alleen kennis van het standpunt van de IND.
De regering heeft er dus niet voor gekozen om aan de vaststelling van staatloosheid de conclusie te verbinden dat betrokkene dan ook voor een verblijfsvergunning in aanmerking komt. Een staatloze zal daarvoor nog een aparte verblijfsvergunning moeten aanvragen op grond van het feit dat hij/zij buiten zijn/haar schuld om Nederland niet kan verlaten. Dit is een onnodige extra belemmering voor een staatloze om zijn rechten te doen gelden.
In de Europese Unie hebben 8 lidstaten nu een aparte procedure voor het vaststellen van staatloosheid; de EU als geheel kent hiervoor geen standaard procedure. In andere landen is het vaststellen van staatloosheid onderdeel van de beoordeling van een aanvraag voor een verblijfsvergunning. Vijf van die acht lidstaten (nl. Frankrijk, Hongarije, Italië, Letland en Spanje) verlenen ook een verblijfsvergunning aan iemand die erkend is als staatloze.
Meer informatie:
Het bericht op de website van de IND d.d. 2 oktober 2023: Vaststelling staatloosheid wettelijk geregeld
Het vergelijkend onderzoek van het Platform Staatloosheid van het Europees Migratienetwerk (EMN)
Het bericht d.d. 22 juni 2023 over de nieuwe Nederlandse wetgeving op de website van het European Network on Statelessness (ENS) (Engelstalig)
Lees ook:
11-01-21 Wetsvoorstel vaststelling staatloosheid eindelijk ingediend
22-04-21 'Maak nieuwe wetgeving voor staatlozen een prioriteit'
01-06-22 Wetsvoorstel vaststellingsprocedure staatloosheid door Tweede Kamer aangenomen
Dossier Staatloosheid in het Expertisecentrum