07 september 2023

Vestigingsalternatief tegengeworpen maar geen toegang

Vestigingsalternatief tegengeworpen maar geen toegang
De Raad van State heeft geoordeeld dat een asielzoeker geen recht heeft op een status omdat er theoretisch een vestigingsalternatief in een ander land is, hoewel dat land feitelijk geen toegang wil verlenen.

Op 18 augustus 2023 heeft de Raad van State in de zaak van een Syrische asielzoekster die tevens de Venezolaanse nationaliteit heeft, bepaald dat de IND geen asielstatus hoeft te verstrekken omdat zij een vestigingsalternatief heeft in Venezuela. Betrokkene had echter samen met de Dienst Terugkeer en Vertrek reeds geprobeerd om reisdocumenten te verkrijgen voor Venezuela, maar de autoriteiten weigeren daaraan mee te werken. Zij kan dus feitelijk geen toegang krijgen tot het beoogde vestigingsalternatief, met andere woorden: het vestigingsalternatief bestaat alleen in theorie.
Desondanks vindt de Raad van State dat de IND toch dit vestigingsalternatief mag tegenwerpen en haar om die reden geen asielstatus hoeft te verstrekken.

De Raad van State baseert zich hierbij op een uitspraak van het Hof van Justitie van de EU van 9 november 2021. In die zaak ging het echter om het kind van een Syrische vader met een asielstatus in Duitsland en een Tunesische moeder, en de vraag was of Duitsland op basis van Duitse wetgeving wel een afgeleide vluchtelingenstatus aan het kind kon verlenen om het gezin in stand te houden. Het Hof bepaalde in die zaak dat de Definitierichtlijn niet in de weg staat aan een gunstigere nationale bepaling die het minderjarige kind van een vluchteling recht geeft op een afgeleide vluchtelingenstatus met het oog op de instandhouding van het gezin, ook wanneer het kind op het grondgebied van die lidstaat is geboren en de nationaliteit heeft van een derde land waarin het geen risico op vervolging loopt. 

Het is nogal merkwaardig dat de Raad van State uit deze uitspraak concludeert dat voor het tegenwerpen van een vestigingsalternatief niet relevant is of een vreemdeling ook feitelijk naar het betreffende land kan reizen en toegang zal krijgen tot dat land. Volgens de Raad van State had de rechtbank namelijk "ten onrechte overwogen dat de vraag of de vreemdeling daadwerkelijk toegang zal krijgen tot het Venezolaanse grondgebied, een relevant element is voor de beoordeling van haar asielaanvraag". (r.o. 3.3)

Gevolg van deze uitspraak is dat betrokkene nu geen kant op kan. Immers: in Syrië is het onveilig voor haar, Venezuela laat haar niet toe, en in Nederland mag ze niet blijven.
 

Meer informatie:
De uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 18 augustus 2023 met zaaknummer 202204176/1/V3 [ECLI:NL:RVS:2023:3169] - download pdf-bestand, 3 pagina's
Het arrest van het Hof van Justitie van de EU d.d. 9 november 2021 met zaaknummer C-91/20 [ECLI:EU:C:2021:898] - download pdf bestand, 9 pagina's