Raad van State haalt uitstelmaatregel gezinshereniging definitief onderuit
In een poging om de instroom in Nederland te beperken besloot de staatssecretaris in augustus 2022 dat gezinsleden maximaal zes maanden in het buitenland moesten wachten, tenzij er al meteen adequate huisvesting voor het hele gezin beschikbaar zou zijn. Het kabinet werd toen meteen al door het College voor de Rechten van de Mens, UNICEF, het UNHCR, de Adviesraad Migratie en vele juristen en overige deskundigen, ook van het eigen Ministerie van Justitie & Veiligheid, gewaarschuwd dat er geen wettelijke basis voor deze maatregel bestaat.
De uitspraak van de Raad van State betekent dat, na een positief besluit van de IND op het verzoek van een statushouder om gezinsleden te mogen laten overkomen, die gezinsleden direct een inreisvisum (een ‘Machtiging Voorlopig Verblijf’) moeten ontvangen via de Nederlandse ambassade in het land waar ze zich bevinden. Tijdens de zitting bij de Raad van State betoogde de landsadvocaat nog dat het woordje ‘zodra’ *) niet zou betekenen dat er onmiddellijk recht op toegang tot Nederland ontstaat na een positief besluit op de aanvraag voor gezinshereniging. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft echter uitgesproken dat, in lijn met de Europese richtlijnen, de staatssecretaris 'onmiddellijk na inwilliging' toegang tot Nederland moet verlenen en 'geen nieuwe drempels mag opwerpen'.
De Raad van State 'onderschrijft de wens van de staatssecretaris' om de druk op de asielopvang te verlichten, maar 'moet als hoogste bestuursrechter beoordelen of overheidsmaatregelen in overeenstemming zijn met het recht. De nareismaatregel is dat niet.' Een wachttijd van zes maanden is in strijd met de Nederlandse Vreemdelingenwet 2000 en met de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn. Het argument van de staatssecretaris dat de tekortkomingen in de asielopvang het opzijzetten van het Europese recht zouden rechtvaardigen wordt door de Afdeling verworpen.
In reactie op de uitspraak heeft staatssecretaris Van der Burg de Tweede Kamer laten weten dat de maatregel (die hij één dag voor de zitting bij de Raad van State al had opgeschort voor nieuwe zaken) nu definitief niet meer zal worden toegepast, en dat alle gezinsleden die al een positief besluit hadden ontvangen nu ook niet langer hoeven te wachten op hun inreisvisum. Ongeveer 1.200 mensen kunnen nu meteen naar Nederland komen.
Het Verblijfblog van de Universiteit van Amsterdam merkt daarover enigszins cynisch op: 'Hoewel de Afdelingsuitspraak voor vluchtelingen en hun gezinnen positief heeft uitgepakt, is het doel van de nareismaatregel: opschorting van de gezinshereniging, toch bereikt: zij hebben bijna een half jaar op hun hereniging moeten wachten.’
En naast het onrecht en verdriet dat deze gezinsleden van statushouders is aangedaan, welke gevolgen heeft dit optreden van een overheid, die willens en wetens Nederlandse en Europese wetgeving overtreedt en daarin maanden volhardt, voor het vertrouwen van de bevolking in de democratische rechtstaat?
Meer informatie:
Het persbericht d.d. 8 februari 2023 'Staatssecretaris J&V mag de nareismaatregel niet toepassen' op de website van de Raad van State, met links naar de drie uitspraken die de Afdeling hierover tegelijkertijd heeft gedaan.
De brief van de staatssecretaris van Justitie & Veiligheid aan de Tweede Kamer over de nareismaatregel d.d. 9 februari 2023
*) Art 13 lid 1 van de EU Gezinsherenigingsrichtlijn luidt:
‘Zodra het verzoek om gezinshereniging is aanvaard, staat de betrokken lidstaat het gezinslid of de gezinsleden de toegang toe. Daartoe biedt de betrokken lidstaat die personen alle medewerking bij het verkrijgen van de benodigde visa.’
Lees ook:
18-01-23 Meerdere rechters veroordelen uitstel gezinshereniging als onrechtmatig
Het artikel 'Nareismaatregel gezinshereniging mag niet worden toegepast' d.d. 9 februari 2023 op het Verblijfblog van de sectie Migratierecht van de Vrije Universiteit Amsterdam
20-07-22 Raad van State: altijd belangenafweging bij verzoek om gezinshereniging
12-07-21 Deense wachttermijn voor gezinshereniging in strijd met EVRM