24 januari 2023

WOB-verzoek: vaak heel lang wachten op papieren...

WOB-verzoek: vaak heel lang wachten op papieren...
Na anderhalf jaar wachten heeft INLIA antwoord gekregen van de Dienst Terugkeer & Vertrek op het ingediende informatieverzoek in het kader van de Wet Openbaarheid van Bestuur. Uit de beantwoording blijkt dat de doorlooptijd van het aanvragen van papieren voor terugkeer per land enorm kan verschillen, maar dat het de overheid heel vaak niet lukt binnen de termijn, die dezelfde overheid geeft aan de afgewezen asielzoeker om zelf zijn vertrek te regelen.


Op 4 augustus 2021 vroeg INLIA om informatie van de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) over de medewerking van ambassades, de voorwaarden voor het verkrijgen van vervangende reisdocumenten voor ongedocumenteerde vreemdelingen en de gemiddelde doorlooptijd voor het verstrekken van een Laissez-Passer. Het antwoord hierop heeft maar liefst anderhalf jaar op zich laten wachten. 

In haar antwoord, gedateerd 10 januari 2023, verwijst de DT&V voor de voorwaarden voor het verkrijgen van vervangende reisdocumenten naar een overzicht op haar website, waar per land van herkomst staat aangegeven wat de voorwaarden zijn en of de betreffende ambassade meewerkt aan zelfstandige en/of gedwongen terugkeer. 

Daarnaast vroeg INLIA naar de gemiddelde doorlooptijden voor de afgifte van vervangende reisdocumenten per land van herkomst. In antwoord hierop verstrekt de DT&V een overzicht van de gemiddelde duur, voordat een diplomatieke vertegenwoordiging een vreemdeling erkent na een verzoek van de DT&V, in de jaren 2018 tot en met 2021. In dat overzicht maakt de DT&V een onderscheid tussen landen waarmee een Terug- en Overname-overeenkomst (T&O) is gesloten en landen waarmee dit niet het geval is. 

Uit het overzicht blijkt dat de gemiddelde doorlooptijd bij landen van herkomst waarmee een T&O-overeenkomst is gesloten over het algemeen sneller is dan bij landen van herkomst waarmee niet zo'n overeenkomst is afgesloten. Verder blijkt dat de duur van de erkenning van de vreemdeling door de diplomatieke vertegenwoordiging van het land van herkomst in een behoorlijk aantal gevallen langer is dan de wettelijke vertrektermijn van 4 weken, zoals neergelegd in artikel 62 van de Vreemdelingenwet.  Conform dit artikel krijgt de vreemdeling vier weken de tijd om zelfstandig terug te keren nadat zijn verblijfsprocedure definitief is afgewezen. Indien een diplomatieke vertegenwoordiging zoals bijvoorbeeld Guinee in 2019 er dan echter gemiddeld 256 dagen over doet om een vreemdeling te erkennen, dan kan deze nooit voldoen aan de vertrektermijn van 28 dagen. 

Kortom, de wettelijke vertrektermijn van 4 weken is in een behoorlijk aantal gevallen niet realistisch. Het gevolg van het niet kunnen voldoen aan deze vertrektermijn is dat de opvang van de vreemdeling beëindigd kan worden, dat overplaatsing naar de Vrijheidsbeperkende Locatie (VBL) in Ter Apel plaatsvindt, of dat betrokkene zelfs in vreemdelingenbewaring wordt gesteld. 

In het meest gunstige scenario komt betrokkene in de VBL in Ter Apel terecht, want dat betekent namelijk dat hij tijdelijk onderdak, leefgeld en dergelijke houdt. Maar: een formeel recht hierop bestaat niet; het is aan de DT&V om te bepalen of zij een vreemdeling hiervoor een aanbod doet. De duur van de opvang in de VBL is daarbij in principe ook nog eens beperkt tot 12 weken, waarna betrokkene alsnog zonder voorzieningen op straat kan komen te staan. Dit gebrekkige beleid zorgt er o.a. voor dat de Landelijke Vreemdelingen Voorzieningen (LVV's) van belang blijven, om dakloos geworden asielzoekers niet alleen opvang, maar ook uitzicht op een bestendig perspectief te bieden.
 



Wob en Woo
Volgens de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), zoals die gold op het moment van het verzoek, bedroeg de termijn voor afhandeling van een verzoek vier weken, die eenmalig met vier weken kon worden verlengd. Op 1 mei 2022 is de Wob vervangen door de Wet open overheid (Woo), waarin de termijn van vier weken voor complexe verzoeken eenmalig met slechts twee weken kan worden verlengd. Onder de Woo wordt bovendien van de overheid verwacht dat ze, naast het beantwoorden van verzoeken, ook zelf actief informatie publiceert; behalve uitzonderingsgevallen is voortaan alle overheidsinformatie in principe openbaar.


 

Meer informatie:
De beantwoording door de DT&V d.d. 10 januari 2023 van het informatieverzoek van INLIA d.d. 4 augustus 2021 (download pdf-bestand, 6 pagina’s)
Informatie over opvanglocaties voor terugkeer op de site van het COA
Informatie over de Wob en de Woo op de site van de Rijksoverheid

Lees ook:
12-12-22  Eindevaluatie LVV gepubliceerd
29-11-22  Europees Hof: rechtmatigheid van vreemdelingenbewaring altijd toetsen
05-04-22   Onjuiste informatie over terugkeer staatlozen