'Meehelpen aan echte oplossingen'
Student-vrijwilligers van het Internationale Rode Kruis poetsen alle koelkasten schoon, een senior van de Odd Fellows schroeft bedden in elkaar terwijl de bestuursvoorzitter tafeltjes uitdeelt, de Stichting Present houdt een wedstrijdje bijzettafels monteren met vrijwilligers uit kerken. In de nieuwbouw is het dadendrang en vrolijkheid troef.
Het lijkt wel een dagje uit, zegt een van de vrijwilligers. Dat geldt zeker op de zaterdag dat vechtsportgoeroe Raoul de Thomis en zijn broer meehelpen. De Thomis, een absolute ster in de wereld van Pencak Silat, vermaakt het gezelschap voortdurend met grapjes. INLIA-jurist Pieter Postma krijgt nog kramp in zijn kaken van al dat lachen.
“Een goed doel, toch?”
Maar wat doet hij hier eigenlijk? De Thomis is eigenaar van sportschool Bongkot Harimau, die menig kampioen voortbracht in de van oorsprong Indonesische vechtkunst. Op Nederlandse en Europese toernooien, maar ook in Azië - waar de sport floreert - sleepte de school veel medailles in de wacht. Waarom doet deze meester (zoals dat heet) vrijwilligerswerk bij INLIA? “Een goed doel, toch?”, zegt De Thomis eenvoudig. Daar zet je je voor in.
Vechtsportgoeroe Raoul de Thomis zorgt voor een goede sfeer
Dat is ook het antwoord dat andere vrijwilligers een dag later in koor geven. Mooie woorden zijn één ding, de mensen die hier aan het werk zijn, zijn meer van ‘niet praten maar poetsen’. Letterlijk trouwens: de kamers op de bovenverdieping worden deze dag ‘schoon, schoner, schoonst’ gepoetst en daarna compleet ingericht.
INLIA-bestuursvoorzitter Jan Eggink plaatst de bijzettafeltjes, 270 stuks. Daarna volgen de lampjes, eveneens 270 stuks. Fijn dat de kamers een beetje aangenaam verlicht kunnen worden, vindt hij. En kijk: die stoelen geven een beetje kleur. Ook fijn. Want het Gasthuis moet straks niet te kil ogen, ook al is het sober. Mensen moeten hier tot rust komen en vervolgens aan hun toekomst gaan werken.
Bestuursvoorzitter Jan Eggink aan 't uitdelen
“Bestuur is dankbaar”
En al komen er 270 mensen en wordt de opvang dus een stuk groter, de sfeer moet die van INLIA blijven: “Je moet het warm kloppende hart blijven ervaren”, zegt Eggink, “Dat is de kracht.” Dat zie je ook terug in de betrokkenheid van zoveel mensen die hier een dag - of meerdere dagen zelfs - komen helpen. Eggink: “Ze komen uit alle hoeken en gaten, fantastisch toch? Het bestuur is daar zeer dankbaar voor.”
Ze komen inderdaad uit alle hoeken en gaten; uit Tynaarlo bijvoorbeeld. “Dag, ik ben Pepijn Vemer”, zegt de wethouder van de Drentse gemeente, die op de donderdagmiddag de handen uit de mouwen komt steken. De ploeg van vanmiddag zit net aan de koffie. Vrijwilliger Jan Otto biedt hem taart aan. Otto is van de Odd Fellows, een genootschap dat wil bijdragen aan een betere samenleving. Daarom steekt hij hier de helpende hand toe.
Het lekt snel uit dat Vemer wethouder is. Hoe ze hem erin hebben geluisd om hier mee te doen, vraagt iemand grappend. “Ik heb me er graag in laten luizen”, lacht Vemer, “Dat is mijn werk als wethouder.”
“Meehelpen oplossingen tot stand te brengen”
Vemer is eigenlijk bloedserieus: “In het openbaar bestuur draait het erom dat je helpt oplossingen tot stand te brengen waar de samenleving beter van wordt. Dat hebben we in Tynaarlo gedaan door met INLIA samen te werken om de TussenVoorziening voor statushouders te realiseren. INLIA heeft laten zien dat het werkt: kleinschalige opvang.”
Hij zei het onlangs nog in een bestuurlijk overleg in Drenthe: dit zou eigenlijk in het hele land moeten. Zet in iedere gemeente een kleinschalige opvang neer voor maximaal 100 vluchtelingen - in de grotere plaatsen 2 - en voilà: capaciteit genoeg. Geen problemen meer met de opvang. Daarom staat hij vandaag ook hier: de daad bij het woord voegen.
Wethouder Pepijn Vemer heeft duidelijk vaker een tafeltje in elkaar gezet
“Moest van mijn vrouw”
Even later staat hij dan ook gebroederlijk tafels te monteren met Van Tilborg zelf. Een paar meter verderop sjouwt een van INLIA’s juristen stoelen voor de recreatieruimte. Samen met meubelmaker/voetbaltrainer/ovenist/‘noem mij maar manusje-van-alles” Glenn, die bij INLIA straks onder meer mensen gaat begeleiden bij het sporten en het technisch beheer gaat doen.
Waarom hij hier vandaag is? “Moest van mijn vrouw”, lacht hij. Ingewijden weten: zijn vrouw is de managementassistent van Van Tilborg. Ze weten bovendien: Glenn kan niet stilzitten, dat is vrij zeker ook een deel van de verklaring. Geldt waarschijnlijk ook voor de mannen van de Odd Fellows uit Sappemeer: in plaats van thuis te genieten van een welverdiend pensioen, werken ze nu al dagen hier. Het is kennelijk aanstekelijk. Net een virus, maar dan goedaardig.
De dames doen fanatiek mee aan de 'wedstrijd' tafeltjes monteren
Dit is het derde artikel over de vrijwilligers die meehelpen de nieuwbouw van INLIA in te richten. Eerder verschenen:
10-11-21 'Vannacht droom ik nog van bezems'
05-11-21 'We moesten de koffie eerst verdienen'
Lees ook:
18-10-21 Nieuwbouw LVV schiet uit de grond
Een compilatie van de drie artikelen over de vrijwilligers actief in de nieuwbouw is ook beschikbaar als 'artikel voor het kerkblad', in drie verschillende versies. Ga naar de pagina 'Kopij voor het kerkblad' om de tekst in Word-formaat te downloaden.