Dublin-claimanten terug naar Griekenland?
Het Nederlandse ministerie wilde het Hof doen geloven dat Griekenland zou zorgen voor zowel een adequate opvang tijdens de asielprocedure als de toegang tot de rechter in geval van een negatieve beschikking op het asielverzoek van een gezin, dat in Nederland asiel had aangevraagd maar eerder in Griekenland was geweest.
INLIA heeft navraag gedaan bij het Ecumenical Refugee Programme (ERP) van de Orthodoxe Kerk van Griekenland. Naar deze hulporganisatie was door het Hof ook verwezen voor assistentie. Het ERP geeft na consultatie van de Griekse overheid in een aan INLIA verstrekte verklaring aan, dat de verantwoordelijke Griekse autoriteiten niet kunnen zorgdragen voor de opvang van asielzoekers en dat Griekenland niet voldoet aan de criteria voor een 'rechtvaardige' en 'effectieve' asielprocedure.. INLIA heeft het Europese Hof daarom verzocht de opheffing van de maatregel ongedaan te maken. Het is op dit moment niet duidelijk of het betrokken gezin al is uitgezet naar Griekenland of nog wordt vastgehouden in een uitzetcentrum op Schiphol of Zestienhoven..
Een uitgebreidere schets van de ontwikkelingen:
Op 17 december 2009 is er door het Europees Hof een ‘interim measure’ toegekend in de procedure tegen de overdracht van de heer R.B., mw. R.H. en hun kind naar Griekenland (in het kader van een Dublinclaim).
Het ministerie van Buitenlandse Zaken geeft op 5 januari 2010, in een brief gericht aan het Europese Hof, aan dat de Griekse regering zorg draagt voor opvang zodra de asielzoeker daar een asielaanvraag doet. Deze opvang zal behouden worden tot de afhandeling van de asielaanvraag. Letterlijk staat in de brief:
“Further, the Greek authorities have assured the Government that the applicants will be provided with accommodation as soon as they submit their application in Greece”.
Ook geeft het ministerie van Buitenlandse zaken aan dat deze mensen in Griekenland de mogelijkheid hebben om rechtsmiddelen aan te wenden tegen een negatieve beschikking. Letterlijk staat hierover in de brief:
“Lastly, the Greek Authorities have confirmed that according to the current asylum system and the new system which is going to be introduced shortly, the applicants will have access to a review procedure”.
Op 26 januari 2010 heeft het Europees Hof op grond van de brief van het Ministerie van Buitenlandse zaken de eerdere ‘interim measure’ van 17 december 2009 opgeheven. In haar schrijven verwijst het Europees Hof tevens voor eventuele assistentie naar het ERP (Ecumenical Refugee Programme) in Griekenland.
Hierop heeft INLIA contact opgenomen met het ERP. Het ERP geeft aan dat hetgeen het Ministerie van Buitenlandse zaken meldt in de brief van 5 januari 2009 aan het Europese Hof onjuist is. Het ERP geeft aan dat de Griekse regering niet kan zorgdragen voor de opvang van asielzoekers. Letterlijk meldt het ERP hierover het volgende:
“Among 49 cases assisted during the last months by our project (legal orientation) only one women from Belgium was able to find a shelter run by the Doctors of the World under an ERF project. According today information that I got from the government authorities which are aware of the problems (lack of resources, lack of adequate receptions facilities) there was not such an understanding between the competent Ministry and the Netherlands to provide a shelter to Dublin returnees from your country and there is not such possibility. Monitoring from a Dutch official as far as it concerns access to the asylum procedure, does not mean access to accommodation facilities, unless the Dutch authorities have foreseen to pay the accommodation for asylum returnees from the Netherlands in Greece themselves.
Ook wordt er in de brief aangegeven dat het voor asielzoekers onder het huidige asielbeleid in Griekenland niet mogelijk is om in beroep te gaan tegen een afwijzing van een asielverzoek. Het ERP geeft aan dat nu nog onbekend is wanneer dit gaat veranderen. Letterlijk geven zij hierover het volgende aan:
“Under the current asylum system, rejected cases, 1st instance, do not have the right to appeal (no effective remedy) against the decision. The new asylum system is not introduced yet and we don’t know under the present critical economic situation (need of huge human and economic recourses in order to put in place new structures) when this will happen’’.
Het ERP geeft verder aan dat Griekenland onder het huidige beleid niet aan de criteria voldoet van een ‘rechtvaardige’ en ‘effectieve’ asielprocedure. Letterlijk zegt het ERP hierover:
“We do not consider that the current asylum situation in Greece, including reception conditions for Dublin returnees fulfil the criteria for a fair and effective asylum procedure in Greece. There is a clear political will from the government to change the asylum situation in Greece in the future but under the present circumstances (economic crisis) we doubt that there are human and economic resources available to invest on the matter”.
Concluderend :
Het Europese Hof verwijst in haar schrijven van 26 januari 2010 naar het ERP voor eventuele benodigde assistentie. De betrouwbaarheid van het ERP wordt door deze verwijzing onderstreept.
Het ERP neemt via INLIA kennis van de beide eerder aangehaalde documenten van het Europese Hof en van het schrijven van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Het ERP heeft bij het verantwoordelijke Ministerie in Griekenland navraag gedaan naar de vermeende toezeggingen van de Griekse overheid aan Nederland (zoals vermeld in de brief van Buza van 5 januari 2010) omdat het ERP op grond van eigen ervaringen als betrokken instantie twijfelt aan juistheid van deze toezeggingen.
Het ERP stelt – in een schriftelijke verklaring aan INLIA - dat hetgeen het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken in haar brief van 5 januari 2010 aan het Europese Hof heeft gesteld ten aanzien van de gegarandeerde toegang tot de asielprocedure alsmede de gewaarborgde opvang in Griekenland, onjuist is.
Meer informatie:
De volledige tekst van de verklaring van het ERP d.d. 03-03-2010 (Engelstalig).