Voorstel inkorten duur asielvergunning toch controversieel verklaard
Vluchtelingen van wie het asielverzoek wordt ingewilligd krijgen eerst een ‘verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd’, die vijf jaar geldig is. Na afloop van die termijn beoordeelt de IND of de vluchteling in aanmerking komt voor een verlenging, bijvoorbeeld vanwege de aanhoudend slechte mensenrechtensituatie in het land van herkomst.
Als het verblijf mag worden voortgezet kan de vluchteling een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd aanvragen, maar ook kiezen voor een EU-vergunning voor langdurig ingezetenen.
Motivering
Het demissionaire kabinet wilde met dit wetsvoorstel regelen dat de IND niet na vijf, maar al na drie jaar de vergunning opnieuw zou moeten beoordelen en eventueel zou intrekken. Als motivering voor dit voorstel werd onder meer aangegeven dat Nederland daarmee “meer in de pas zou gaan lopen met andere landen in Europa” en dat met het voorstel “voorts moet worden voorkomen dat Nederland in vergelijking met andere lidstaten aantrekkelijker wordt voor asielzoekers”.
De Afdeling Advisering van de Raad van State adviseerde vorig jaar al negatief en maakte korte metten met de motivering van het voorstel. Zo is het niet waar dat de meeste EU-landen verblijfsvergunningen met een kortere geldigheidsduur verstrekken: “Aan personen met de vluchtelingenstatus wordt in twee derde van de EU-lidstaten een verblijfsvergunning verstrekt met een geldigheidsduur van vijf jaar of langer. Ten aanzien van personen met de vluchtelingenstatus gaat Nederland op grond van het voorstel derhalve minder in de pas lopen met de andere EU-landen.”
Verder wijst de Raad van State er op dat in 2004 de geldigheidsduur van de asielvergunning juist is verlengd van 3 naar 5 jaar, “mede gelet op het beleid in de ons omringende landen”. Maar er is geen cijfermatige onderbouwing dat door het verlengen van de termijn Nederland sinds 2004 aantrekkelijker is geworden voor asielzoekers dan andere Europese landen, en de Afdeling “mist tevens motivering van de veronderstelling dat de geldigheidsduur van de asielvergunning een bepalende rol zou spelen bij de keuze van een asielzoeker om asiel aan te vragen in een bepaald land”.
Ook kan in het huidige systeem een asielvergunning al op ieder moment gedurende de vijf jaar worden ingetrokken, bijvoorbeeld als het asielbeleid ten aanzien van het land van herkomst wordt gewijzigd. “Gelet hierop is onduidelijk wat het voorstel toevoegt aan de reeds bestaande mogelijkheden om verblijf van asielzoekers te beëindigen”, concludeert de Raad van State dan ook.
Nadelen
Ten slotte wijst de Raad van State op de nadelen die aan het voorstel kleven: meer toetsmomenten leiden tot meer werklast en hogere kosten bij de IND, die nu al te kampen heeft met grote achterstanden in de verwerking van asielaanvragen binnen de wettelijke termijn. Het valt te verwachten dat vluchtelingen bezwaar en beroep zullen indienen tegen een mogelijke intrekking van hun verblijfsvergunning, en dus zal dit wetsvoorstel ook consequenties hebben voor rechtsbijstandsverleners en de rechterlijke macht.
De Afdeling Advisering komt dus tot het oordeel “dat de gegeven motivering het voorstel niet kan dragen” en dat ze ook vanwege de nadelen in de vorm van extra werkzaamheden en kosten niet positief kan adviseren over het wetsvoorstel.
Daarbij kan aanvullend nog worden gewezen op de extra spanning, stress en onzekerheid die dit voorstel bij vluchtelingen zou oproepen en de schade die het aan hun integratieproces berokkent. Werkgevers zouden bijvoorbeeld minder snel bereid zijn statushouders in dienst te nemen, als hun vergunning zo maar weer zou kunnen worden ingetrokken.
Alsnog controversieel verklaard
Na de val van het kabinet had de Tweede Kamer een lijst opgesteld met ‘controversieel verklaarde’ onderwerpen en voorstellen; in de procedurevergadering op 20 januari 2021 van de vaste Commissie voor Justitie en Veiligheid was dit wetsvoorstel echter nog niet terzijde gelegd; er was zelfs een ‘inbrengdatum’ voor de verdere parlementaire behandeling afgesproken.
Tijdens de procedurevergadering van 14 april 2021 van deze commissie (in vanwege de verkiezingen gewijzigde samenstelling) is het voorstel echter alsnog controversieel verklaard. Dat betekent dat in ieder geval tot het aantreden van een nieuw geformeerd kabinet de behandeling van het voorstel wordt stilgelegd.
Laten we hopen dat de oproep van VluchtelingenWerk en anderen “om dit wetsvoorstel op de plank te leggen en er nooit meer vanaf te halen” zal worden nagevolgd.
Meer informatie:
Voorstel tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (link naar de website van de Tweede Kamer, waar het wetgevingstraject wordt gepubliceerd)
Tekst van het advies van de Raad van State met stuknummer II 2020/21, 35691 nr 4, publicatiedatum 23 december 2020 (link naar de website van de Raad van State)
Lees ook:
04-03-21 Raad van State adviseert dwangsom in asielzaken niet af te schaffen