EU Hof van Justitie: amv-beleid strijdig met Terugkeerrichtlijn
Op 14 januari 2021 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) in antwoord op prejudiciële vragen van de Rechtbank Den Bosch (gesteld op 12 juni 2019) aangegeven dat de IND grondig dient te onderzoeken of er adequate opvang in het land van herkomst beschikbaar is voor een alleenstaande minderjarige vreemdeling (amv) die ouder was dan 15 jaar toen hij zich in Nederland aanmeldde. In dit geval ging het om een amv uit Guinee met ernstig psychische problemen die zich in Nederland meldde toen hij 15 jaar en 4 maanden was.
In het amv-beleid wordt onderscheid gemaakt tussen amv-ers die zich vóór hun 15e in Nederland melden, en degenen die 15 jaar of ouder zijn als zij zich melden. Bij amv-ers die zich melden voor hun 15e jaar onderzoekt de IND wèl of er adequate opvang voorhanden is hun land van herkomst. Er wordt dan gekeken of er nog familie is in het land van herkomst die voor de amv kan zorgen, of er een aangewezen voogd is of dat er een andere adequate opvangvoorziening beschikbaar is. Bij amv-ers die 15 jaar of ouder zijn hoeft dit volgens het geldende Nederlandse beleid niet onderzocht te worden. Het HvJEU geeft aan dat de IND dit onderscheid in leeftijd niet mag maken volgens de Terugkeerrichtlijn in samenhang met het Handvest van de Grondrechten van de EU. Ook bij amv-ers die 15 jaar of ouder zijn dient de IND dus te onderzoeken of er adequate opvang beschikbaar is in het land van herkomst voordat zij een terugkeerbesluit ontvangen.
De Terugkeerrichtlijn verzet zich volgens het HvJEU verder tegen het beleid dat de IND een terugkeerbesluit tegen een amv uitvaardigt omdat er adequate opvang beschikbaar is in het land van herkomst, maar er vervolgens niet tot verwijdering wordt overgegaan zolang de amv nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. In de praktijk zet men amv-ers die 15 jaar of ouder zijn niet uit totdat zij 18 jaar zijn. Op het moment dat zij dan 18 jaar en dus meerderjarig worden, bestaat er geen verplichting meer om adequate opvang in het land van herkomst te regelen, en is er ook geen recht meer op opvang in Nederland (als de asielprocedure inmiddels is afgerond althans). Daarnaast is de (op dat moment ex-) amv vanaf dat moment zelf verantwoordelijk voor zijn terugkeer. Hiermee maakte de overheid zich jarenlang wel heel makkelijk af van de toch wat lastige verantwoordelijkheid voor het vinden van adequate opvang in het land van herkomst, want de betreffende vreemdeling is immers meerderjarig geworden en aldus zelf verantwoordelijk geworden voor zijn terugkeer. Het HvJEU heeft nu dus geoordeeld dat dit niet kan.
Meer informatie:
De tekst van het arrest 'TQ' van het Hof van Justitie van de Europese Unie d.d. 14 januari 2021 met zaaknummer C-441/19 [ECLI:EU:C:2021:9] , in antwoord op de prejudiciële vragen van de Rechtbank Den Bosch die waren gesteld op 12 juni 2019 (Nederlandstalig pdf-bestand, 15 pagina's)
Alleenstaande minderjarige vreemdelingen vallen in Nederland onder de zorg van voogdij-instelling Nidos. Tot en met 14 jaar worden ze ondergebracht in opvanggezinnen, van 15 tot 18 jaar in kleinschalige woonvoorzieningen (kwv) van het COA.
Lees ook:
23-12-20 EH Hof van Justitie: asielbeleid Hongarije in strijd met EU-recht
19-11-20 Mag je asiel afwijzen als authentieke documenten niet getoetst kunnen worden?