'Grondbeginselen van de rechtsstaat geschonden' - ook in het vreemdelingenrecht
Onder de titel ‘De rechtsstaat in het geding’ schrijft de Parlementaire Commissie als eerste “dat bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag grondbeginselen van de rechtsstaat zijn geschonden. Dit verwijt treft niet alleen de uitvoering - specifiek de Belastingdienst/Toeslagen - maar ook de wetgever en de rechtspraak.
Een grondbeginsel van onze rechtsstaat is dat zowel bij het maken als bij het uitvoeren van wetten zoveel mogelijk rekening gehouden moet worden met de belangen van mensen.” (pag. 7 bovenaan)
Vervolgens specificeert de Commissie de kwalijke rol van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State:
“Zonder zich te willen uitlaten over individuele rechterlijke uitspraken, constateert de commissie dat ook de bestuursrechtspraak jarenlang een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het in stand houden van de niet dwingend uit de wet volgende, spijkerharde uitvoering van de regelgeving van de kinderopvangtoeslag. Daarmee heeft de bestuursrechtspraak zijn belangrijke functie van (rechts)bescherming van individuele burgers veronachtzaamd. De commissie is met name geraakt door het tot in oktober 2019 wegredeneren van algemene beginselen van behoorlijk bestuur, die zouden moeten dienen als stootkussen en beschermende deken voor mensen in nood.” (pag. 7 onderaan)
Om daarna te concluderen dat:
“Door deze optelsom van onvermogen om recht te doen aan het individu, hebben ouders jarenlang geen schijn van kans gehad. De commissie is gedurende haar werkzaamheden eerst met verbazing en uiteindelijk met diepe verontwaardiging tot dit besef gekomen. Zij doet een dringend beroep op alle betrokken staatsmachten om bij zichzelf te rade te gaan hoe in de toekomst herhaling kan worden voorkomen en hoe het ontstane onrecht alsnog kan worden rechtgezet.” (pag. 8)
Ook in het vreemdelingenrecht steunt de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State vaak de keiharde uitvoering van de regelgeving door de Staatssecretaris van Justitie & Veiligheid en de uitvoerende diensten, de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA), waarmee de Raad van State haar belangrijke functie van (rechts)bescherming van individuele mensen veronachtzaamt.
We noemen een aantal voorbeelden, in chronologische volgorde.
Tot 2011 – bewijzen van foltering
In dossiers van asielzoekers waarin sprake was van (littekens van) foltering of marteling gold jarenlang als vaste jurisprudentie van de Raad van State dat de IND, wanneer zij een asielrelaas ongeloofwaardig vond, geen waarde hoefde toe te kennen aan medisch steunbewijs dat de verklaringen over marteling van een asielzoeker ondersteunde. Op 17 augustus 2011 ging de Raad van State 'om' als gevolg van een eerdere uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
Lees meer:
29-08-11 Raad van State draait 180 graden in folteringszaken
Tot 2012 – kinderen op straat
Door de uitspraak van de Hoge Raad van 21 september 2012 kwam er definitief een einde aan ontruimingen van gezinnen met minderjarige kinderen uit voorzieningen van het COA, een praktijk die jarenlang gesteund werd door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Omdat een advocaat zo slim was om een civielrechtelijke i.p.v. een vreemdelingrechtelijke procedure hierover aan te spannen, waardoor de Raad van State als hoogste vreemdelingenrechter buitenspel werd gezet, kwam er een einde aan deze praktijk.
Lees meer:
21-09-12 Hoge Raad verwerpt cassatieberoep van de minister
(zie het Expertisedossier Recht op Opvang)
2014 – leven volgens de regels van een terreur-organisatie
De Afdeling Bestuursrechtspraak bepaalde op 11 juli 2014 dat een Somalische asielzoeker onvoldoende had bewezen dat hij zich bij terugkeer uit ‘het westen’ niet zou kunnen aanpassen aan de leefregels van de (met IS vergelijkbare) terreurorganisatie Al Shabaab in Somalië, en dat hij daarom geen gevaar liep bij terugkeer.
Lees meer:
04-08-14 Raad van State: vreemdeling moet zelf bewijzen niet onder terreur te kunnen leven
(zie het Expertisedossier Somalië)
2017 - nieuwe informatie
Op 7 februari 2017 kwam de Rechtbank Haarlem tot de conclusie dat de strikte wijze waarop de Raad van State de criteria voor het kunnen inbrengen van nieuwe informatie (zogenaamde 'nova') in asielprocedures hanteert al jarenlang in strijd was met de EU-Procedurerichtlijn, die al sinds 1 december 2007 in de Nederlandse wetgeving had moeten worden toegepast.
Lees meer:
28-02-17 Rechtbank Haarlem: jurisprudentie Raad van State over nova al jaren in strijd met EU-richtlijn
Ten slotte
Het beroemde Mosa-arrest van 22 juni 1984 van de Hoge Raad, die destijds nog de hoogste rechter in asielzaken was, waarin de Hoge Raad aangaf dat een asielzoeker het voordeel van de twijfel dient te krijgen, speelt in de jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State geen enkele rol.
Het is dan ook te hopen dat de Afdeling, naar aanleiding van het dringende beroep van de Parlementaire Onderzoekscommissie Kinderopvang, óók bij zichzelf te rade zal gaan als het gaat om haar rechtsbeschermende rol in het vreemdelingenrecht.
Meer informatie:
De volledige tekst van het verslag 'Ongekend Onrecht' van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag is te downloaden van de website van de Tweede Kamer (133 pagina's)
Lees ook:
20-11-20 Amnesty: de IND zet mensenlevens op het spel
Aanvulling:
Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie & Veiligheid (WODC) heeft op 2 juli 2020 resultaten gepubliceerd van een verkennend onderzoek naar steun onder statushouders voor de rechtsstaat. Onder de geïnterviewden blijkt een breed draagvlak voor de kernwaarden van de rechtsstaat, zoals vrijheid en gelijkheid. Lees verder in dit nieuwsbericht op de WODC-site.