20 november 2020

Amnesty: de IND zet mensenlevens op het spel

Amnesty: de IND zet mensenlevens op het spel
Uit onderzoek van Amnesty blijkt dat de IND te hoge eisen stelt aan asielzoekers om hun identiteit en herkomst te bewijzen. Als nationaliteit of identiteit niet geloofwaardig worden geacht kan iemand worden uitgezet zonder dat het risico op schending van mensenrechten is beoordeeld.


Uit het rapport van Amnesty International 'Bewijsnood - wanneer nationaliteit en identiteit ongeloofwaardig worden bevonden' dat op 19 november 2020 is verschenen, blijkt dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) bij de beoordeling van asielaanvragen te hoge eisen stelt aan asielzoekers om hun identiteit en herkomst te bewijzen. Als de IND de nationaliteit of identiteit niet geloofwaardig acht, wordt het asielverzoek niet meer inhoudelijk beoordeeld op de risico’s die iemand loopt in het land van herkomst. Als gevolg van de afwijzing van het asielverzoek kan iemand die gevaar loopt in het land van herkomst dan toch worden uitgezet. Hiermee worden mensenlevens op het spel gezet. Amnesty roept de Nederlandse overheid dan ook op niemand uit te zetten naar het land van herkomst zonder te toetsen welke risico's iemand loopt bij uitzetting. 

Volgens Amnesty geeft de IND bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van de nationaliteit en identiteit de asielzoeker te vaak het nadeel van de twijfel. Vervolgens wordt er dan niet meer inhoudelijk naar de redenen van de asielaanvraag van de asielzoeker gekeken. Zelfs niet indien iemand fysieke littekens heeft als gevolg van marteling, die zijn beschreven in een medisch rapport. 

Terecht wijst Amnesty erop dat asielzoekers vaak geen identiteitsdocumenten bij zich hebben, bijvoorbeeld omdat zij daarmee gevaar lopen tijdens hun vlucht uit hun land van herkomst of omdat zij deze hebben moeten afgeven aan de mensensmokkelaar die ze naar Europa bracht. Volgens de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN (UNHCR) en ook volgens een uitspraak van de Hoge Raad uit 1984 (in het zogenaamde 'Mosa'-arrest) moeten asielzoekers daarom ‘het voordeel van de twijfel’ krijgen.

Opmerkelijk is dat uit het onderzoek van Amnesty blijkt dat de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) niet controleert of de IND ook inhoudelijk heeft onderzocht of iemand risico’s loopt op vervolging. Als tijdens de uitzettingsprocedure wordt vastgesteld dat de door de IND betwijfelde identiteit en nationaliteit toch de juiste blijken te zijn, geeft de DT&V deze nieuwe informatie niet door aan de IND voor een beoordeling van de risico’s. Hierdoor kan iemand dan teruggestuurd worden naar een land waar hij of zij gevaar loopt. Dit is een schending van het Vluchtelingenrecht (het zgn. non-refoulement beginsel). Amnesty noemt ook een aantal voorbeelden hiervan.

Veel asielzoekers van wie de nationaliteit of identiteit niet worden geloofd en die vanwege deze reden geen asiel krijgen, belanden echter zonder voorzieningen in Nederland op straat. Omdat ze gevaar lopen bij terugkeer, hoewel in hun asielprocedure nooit inhoudelijk naar die risico's gekeken is, durven zij niet terug te gaan naar hun land van herkomst. Tegelijkertijd komen ze niet in aanmerking voor asiel in Nederland. Het gevolg van de afwijzing van de asielaanvraag is echter dat de opvang in het AZC beëindigd wordt. Indien men geluk heeft kan men dan in een LVV- of BBB-opvangvoorziening terecht, maar zo niet, dan belandt men zonder voorzieningen op straat. 

 

Meer informatie:
Het bericht 'IND zet mensenlevens op het spel' op de site van Amnesty International bij de publicatie van het rapport d.d. 19 november 2020
De volledige tekst van van het rapport is te downloaden van deze pagina op de website van Amnesty (pdf-bestand, 88 pagina's, 1,9 MB)

Lees ook:
24-06-20  Amnesty: kabinet, neem maatregelen tegen racisme
12-09-13  Amnesty: 'mensenrechten als maatstaf' bij vreemdelingendetentie