14 februari 2020

Afsluitingsregeling Kinderpardon: de helft is afgewezen

Afsluitingsregeling Kinderpardon: de helft is afgewezen
In de helft van de dossiers die zijn beoordeeld in het kader van de Afsluitingsregeling Langdurig Verblijvende Kinderen (‘kinderpardon’) heeft de IND besloten een verblijfsvergunning te verstrekken, zo heeft de staatssecretaris aan de Tweede Kamer laten weten.


Het percentage inwilligingen van kinderen is 51,7% en van volwassenen 46% van het totaal aantal beslissingen van de IND, zo kan worden afgeleid uit de cijfers in de bijlage bij de brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer. Dat is aanzienlijk minder dan de verwachte 90% inwilligingen die een jaar geleden genoemd werd door de coalitiepartijen. Zij kwamen toen een akkoord overeen, waarin nog een laatste maal een kinderpardon werd afgesproken (de ‘Afsluitingsregeling’) en tegelijkertijd de bestaande kinderpardonregeling èn de discretionaire bevoegdheid van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid werden afgeschaft.

Dat akkoord kwam mede tot stand onder druk van de maandenlange permanente kerkdienst in de Bethelkapel in Den Haag, waarmee aandacht werd gevraagd voor het lot van de familie Tamrazyan uit Armenië die bescherming in de kerk had gezocht tegen dreigende uitzetting, en in bredere zin voor een ruimhartige kinderpardonregeling, die recht zou doen aan na jarenlang verblijf in ons land gewortelde kinderen en hun gezinsleden. Na de oproep van INLIA “Met een lege stoel een kind omarmen” werd in de Kerstperiode 2018 in honderden kerken en parochies in het hele land met lege stoelen met daarop speelgoed en knuffels aandacht besteed aan het lot van de gewortelde kinderen die wachten op een ruimhartig pardon (zie dit overzicht).
Een en ander leidde in januari 2019 tot een “nieuwe balans in het regeerakkoord met betrekking tot enkele onderwerpen op het terrein van asiel en migratie”.

In het afgelopen jaar zijn in het kader van de Afsluitingsregeling ambtshalve 504 dossiers herbeoordeeld van gezinnen die al langer dan 5 jaar in Nederland zijn. Het gaat om zaken die eerder (onder de zogenaamde ‘Definitieve Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen’, de kinderpardon-regeling die op 29 januari 2019 is geëindigd)  waren afgewezen op het ‘meewerkcriterium’. Voor de herbeoordeling gold het nieuwe ‘beschikbaarheidscriterium’, dat ruimhartiger zou zijn dan het daarvoor gehanteerde ‘meewerkcriterium’: “Om aan dit criterium te voldoen, moet een vreemdeling beschikbaar zijn geweest in het kader van vertrek. Dit houdt in dat een vreemdeling beschikbaar moet zijn geweest voor vertrekgesprekken en de meldplicht”, aldus de brief van de staatssecretaris.

Tevens zijn de 1.686 nieuwe aanvragen bekeken die mensen op eigen initiatief hebben ingediend, met betaling van € 164 leges per persoon (!). Van deze aanvragen is slechts 37% gehonoreerd.

Voor 569 kinderen en 502 volwassenen is nu een einde gekomen aan een lange periode van onzekerheid over de mogelijkheid hun toekomst in Nederland verder op te bouwen. Voor de overige ruim 1100 kinderen en hun volwassen gezinsleden duurt die onzekerheid echter nog steeds voort: het is namelijk mogelijk tegen deze beslissing van de IND bezwaar en daarna zo nodig beroep en hoger beroep aan te tekenen. Dat zou opnieuw vele maanden onzekerheid betekenen voor kinderen die al zo veel jaar zijn geworteld in onze samenleving.

Vluchtelingen- en kinderrechtenorganisaties dringen er daarom met klem bij staatssecretaris Broekers-Knol van Justitie en Veiligheid op aan, de IND ruimhartig te laten kijken naar de dossiers in de bezwaarprocedure, allereerst rekening houdend met de belangen van kinderen zoals die zijn vastgelegd in o.a. het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind, en voorts met de een jaar geleden uitgesproken verwachting dat in wel 90% van de dossiers positief beslist zou gaan worden.

Het is in dat licht bijzonder teleurstellend dat bijna de helft van de gewortelde kinderen (531)  alsnog is afgewezen, veelal door een rigide toepassing van het ‘beschikbaarheidscriterium’, maar bijvoorbeeld ook omdat hun ouders geen asiel- maar een andere verblijfsvergunning hadden gevraagd, of omdat hun ouders gedurende een periode niet onder rijkstoezicht stonden maar alleen bij een gemeente ‘in beeld’ waren, of omdat er door de IND nog steeds getwijfeld wordt aan de identiteit en/of nationaliteit.  Woordvoerder Martin Vegter van Defence for Children formuleerde het als volgt:
De redenen waarom kinderen worden afgewezen, gaan allemaal over dingen die hun ouders in het verleden hebben gedaan of juist hebben nagelaten. De kinderen waar het hier om gaat hebben part noch deel gehad in die beslissingen, maar zijn hier nu wel de dupe van. Zij mogen van de staatssecretaris niet in Nederland blijven en dreigen in het geval van uitzetting na zeer lang verblijf in Nederland ernstig in hun ontwikkeling te worden geschaad, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de Schadenota van prof. Scherder, dr. Van Os en dr. Zijlstra die er mede toe heeft geleid dat er een Afsluitingsregeling is gekomen. Die ontwikkelingsschade is voor een kind dat geen asiel aanvroeg natuurlijk niet anders, net zo min als voor een kind dat een tijdje uit beeld was bij het rijk.


Meer informatie:
De brief van staatssecretaris Broekers-Knol d.d. 12 februari 2020 aan de Tweede Kamer over ‘Afhandeling Afsluitingsregeling Langdurig Verblijvende Kinderen’. (download pdf-bestand)
De bijlage 'Afdoeningen en Afwijzingsgronden' bij de brief van de staatssecretaris
Het bericht van Defence for Children d.d. 12 februari 2020: ‘Afsluitingsregeling biedt halve oplossing: uitzetting dreigt voor vele kinderen' 

Lees ook:
05-03-19  Aanvragen Kinderpardon dure kwestie
11-02-19  Deadline aanvragen kinderpardon 25 februari
30-01-19  INLIA blij en bedroefd over akkoord Kinderpardon
31-12-18  Een lege stoel in heel veel kerken
07-12-18  ‘Uitzetting van gewortelde kinderen is wetenschappelijk onverantwoord’