Vreugde en zorgen over kinderpardon
"De erkenning van worteling in de maatschappij als een proces waaraan kinderen rechten kunnen ontlenen, is een prachtige implementatie van verschillende bepalingen uit het Kinderrechtenverdrag", schrijven de organisaties. Zij zijn verheugd over het feit dat er eindelijk een oplossing is gekomen voor asielkinderen die na lang verblijf in Nederland geworteld zijn geraakt in de samenleving maar nog altijd geen verblijfsvergunning hebben. In de brief vragen de organisaties aandacht voor enkele groepen kinderen die onterecht buiten de boot dreigen te vallen.
Het gaat dan bijvoorbeeld om:
- kinderen van migranten die geen asiel hebben aangevraagd maar zich wel hebben gemeld bij de overheid;
- kinderen die tijdelijk in het buitenland zijn geweest maar wel langer dan vijf jaar in Nederland zijn;
- jongeren die nu ouder zijn dan 21 jaar maar wel voor hun 13e jaar in Nederland aankwamen, en
- Nederlandse kinderen waarvan een ouder uitgezet dreigt te worden.
Deze kinderen en jongeren zijn net zo geworteld in Nederland als de kinderen die waarschijnlijk wel onder het kinderpardon en de latere definitieve regeling vallen. De schade die zij kunnen oplopen als ze nu nog worden uitgezet is even groot; hun rechten tellen even zwaar.
Praktisch blijven
In de brief aan staatssecretaris Teeven sluiten de organisaties aan bij de praktische uitwerking die indertijd is toegepast bij het generaal pardon. Zowel vanuit de overheid als de ondersteunende organisaties is naar tevredenheid gewerkt met de criteria die toen zijn ontwikkeld rondom onder meer het aantonen van de identiteit en het bewijzen van het langdurig verblijf in Nederland.
Dertien kinderrechtelijke adviezen
Met hun onderstaande dertien adviezen hopen de vluchtelingen- en kinderrechtenorganisaties de staatssecretaris te bewegen om deze mooie klus nu ook in lijn met het Kinderrechtenverdrag af te maken:
1. Pas het kinderpardon en de definitieve regeling toe op alle migranten- en asielzoekerskinderen die voor hun achttiende levensjaar vijf jaar in Nederland zijn geweest en nu in Nederland verblijven.
2. Schrap de maximum leeftijdsgrens voor het aanvragen van het kinderpardon voor alle groepen.
3. Alleenstaande minderjarige vreemdelingen die voor hun 21ste verjaardag vijf jaar in Nederland hebben verbleven en nu nog in Nederland zijn, komen ook in aanmerking voor het kinderpardon.
4. Zorg dat de inmiddels meerderjarige broers en zussen van het kind dat onder het kinderpardon valt, ook onder de regeling vallen.
5. Laat ook ouders van Nederlandse kinderen die vijf jaar in Nederland wonen onder de regeling vallen.
6. Werp een verblijf in een derde land niet tegen, als de totale verblijfduur voor de 18e verjaardag vijf jaar bedraagt en het kind zich nu in Nederland bevindt.
7. Werp een tijdelijk verblijf in een ander EU-land bij de verlening van het kinderpardon niet tegen als Nederland het gezin zelf weer terug heeft genomen op grond van de Dublin-verordening.
8. Sluit kinderen met een 1F-ouder niet uit van de werking van het kinderpardon.
9. Bij ouders met een strafblad geldt dezelfde regeling als bij de pardonregeling in 2007.
10. Op het moment dat er twijfel is over de identiteit moet, net als in de pardonregeling uit 2007, de mogelijkheid geboden worden voor identiteitsherstel.
11. Geef kinderen ook een pardonvergunning als zij nu een naar zijn aard tijdelijke vergunning hebben.
12. Houd rekening met de positie van kinderen bij het toepassen van het criterium ‘onder het toezicht gebleven van de overheid’. Zorg dat kinderen niet het slachtoffer worden van keuzes die hun ouders hierin gemaakt hebben.
13. Maak van het kinderpardon een open-einde regeling totdat de definitieve regeling in werking is getreden.
Meer informatie:
De volledige brief van de genoemde vluchtelingen- en kinderrechtenorganisaties aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie dhr F Teeven, d.d. 5 dec 2012 (6 pag's, 2,8 MB)
Lees ook:
20-09-12 Gewortelde kinderen voorlopig niet uitgezet
12-09-12 175 Gemeenten steunen regeling voor gewortelde kinderen