04 juli 2016

UNHCR: Bagdad geen veilig verblijfsalternatief voor Irakezen

UNHCR: Bagdad geen veilig verblijfsalternatief voor Irakezen
Sinds het aflopen van het moratorium voor Irak worden asielaanvragen weer individueel beoordeeld. Het door de IND in veel gevallen aangenomen verblijfsalternatief in Bagdad of Zuid-Irak is echter zeer discutabel, ook in het licht van het actuele standpunt van het UNHCR.


In december 2015 werd het huidige asielbeleid voor Irak afgekondigd. In oktober 2015 eindigde het besluit -en vertrekmoratorium, dat was ingesteld vanwege de slechte veiligheidssituatie in die gebieden in Centraal-Irak waar IS vaak de macht had. Sindsdien worden asielaanvragen van Irakezen individueel beoordeeld, waarbij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) voor veel Irakezen een verblijfsalternatief in Bagdad en/of in Zuid-Irak aanneemt. Dit verblijfsalternatief is echter zeer discutabel. 

 

Standpunten UNHCR en BuiZa
Het standpunt van het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) van mei 2016 is dat, in het licht van de massale binnenlandse ontheemding verbonden aan de grootschalige humanitaire crisis, de groeiende sektarische spanningen en de gerapporteerde toegangsrestricties, er in principe geen binnenlands vlucht- of vestigingsalternatief is voor asielzoekers uit Irak. 

In het actuele reisadvies van Buitenlandse Zaken wordt afgeraden om naar Bagdad te reizen; wie er al verblijft wordt geadviseerd zich alleen in speciaal beveiligde voertuigen en met beveiligers te verplaatsen.
De recente bomaanslagen in Bagdad, waarbij meer dan 200 doden vielen, tonen opnieuw aan dat het nog allerminst veilig is in Bagdad.  

Al 15 jaar wisselvallig beleid
Zoals eerder gemeld in het bericht van 15 oktober 2014 is het asielbeleid t.a.v. Centraal- en Zuid-Irak sinds het van kracht worden van de Vreemdelingenwet 2000 (in april 2001) nogal eens gewijzigd. Vanwege deze wijzigingen is er inmiddels een vrij grote groep Irakezen die al jarenlang in Nederland verblijft, maar nog altijd geen verblijfsvergunning heeft.  Een deel van deze groep verbleef enige tijd geleden in de tentenkampen in Ter Apel en Den Haag en dreigt als gevolg van het huidige Irak-beleid inmiddels weer opnieuw op straat terecht te komen. Een overzicht:


9 december 2015: De staatssecretaris schrijft aan de Kamer dat hij in vijf provincies en (delen van) de ring rond Bagdad uitgaat van een 'uitzonderlijke geweldssituatie' (art 15c van de EU kwalificatierichtlijn), waarbij Bagdad en/of Zuid-Irak in veel gevallen als verblijfsalternatief wordt gezien.

17 oktober 2015: Einde besluit- en vertrekmoratorium.

17 april 2015: Besluit- en vertrekmoratorium wordt met een half jaar verlengd

17 oktober 2014: Instelling besluit- en vertrekmoratorium voor de duur van een half jaar voor de noordelijke provincies in Centraal-Irak

16  juni 2014: De staatsecretaris schrijft aan de Kamer dat hij onderzoek laat doen naar de situatie in Irak en de snelle opmars van ISIS in relatie tot het asielbeleid.

10 november 2008: intrekking categoriaal beschermingsbeleid Centraal- en Zuid-Irak

2 april 2007: instelling categoriaal beschermingsbeleid Irak

20 december 2006: Motie De Wit, waarin gevraagd wordt om een categoriaal beleid in te stellen voor asielzoekers uit Centraal-en Zuid-Irak, wordt door de Kamer aangenomen

24 februari 2006: Intrekking categoriaal beschermingsbeleid Centraal- en Zuid-Irak

25 november 2002: Instelling categoriaal beschermingsbeleid Centraal- en Zuid-Irak

21 mei 2002: Vertrekmoratorium voor asielzoekers uit Centraal- en Zuid-Irak

april 2002:  In TBV 2002/58 (gepubliceerd op 12 dec 2002) erkent de minister dat Irakezen uit Centraal- en Zuid-Irak sinds april 2002 door de de facto autoriteiten niet worden toegelaten tot Noord-Irak en dat zij dus geen verblijfsalternatief hebben in Noord-Irak, zoals sinds 20 november 1998 tegengeworpen werd

2 oktober 2001: INLIA publiceert het onderzoeksrapport 'Terugkeer naar Noord-Irak, mogelijkheden en onmogelijkheden'. Uit dit onderzoek, waarvoor INLIA contact heeft opgenomen met onder meer de Kurdistan Regional Government (KRG) en de Patriotic Union of Kurdistan (PUK), blijkt dat "de staatssecretaris er ten onrechte van uitgaat dat er sprake zou zijn van een verblijfsalternatief in Noord-Irak voor asielzoekers uit Centraal-Irak die geen banden hebben met Noord-Irak". (Conclusies, pag. 16)

20 november 1998: Irakezen uit Centraal- en Zuid-Irak komen niet langer in aanmerking voor een VVTV (vergelijkbaar met een vergunning op grond van categoriaal beleid) omdat zij een verblijfsalternatief in Noord-Irak hebben.

 
 
Meer informatie:
Het rapport van het UNHCR over binnenlands vlucht- of verblijfsalternatief in Bagdad van 6 mei 2016 (download Engelstalig pdf-bestand, 31 pag's, 1 MB) 
Het actuele reisadvies van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken 
Berichtgeving op nu.nl en nos.nl over de bomaanslagen in Bagdad op 3 juli 2016

Lees ook:
18-12-15  Nieuw beleid Irak: vijf provincies te gevaarlijk voor terugkeer
16-10-15  Nieuw ambtsbericht Irak: situatie onverminderd slecht
28-04-15  Besluit- en vertrekmoratorium Irak verlengd
15-10-14  Weer besluit- en vertrekmoratorium Irak ingesteld