Steeds meer burgemeesters protesteren tegen 1F-beleid
De actie is begonnen in de Zuid-Hollandse gemeente Giessenlanden. Daar woont een Afghaanse vluchteling die veertien jaar geleden (!) met zijn gezin naar Nederland vluchtte. In de tijd van de Russische bezetting van Afghanistan was hij onderofficier bij de veiligheidsdienst KhAD/WAD. Toen de Taliban aan de macht kwamen werd hij gevangengezet en mishandeld. Na anderhalf jaar slaagde hij er in met zijn gezin het land te ontvluchten en vroeg asiel in Nederland.
Artikel 1F in het Vluchtelingenverdrag van Genève biedt de mogelijkheid dat een erkenning als vluchteling wordt geweigerd aan mensen die verdacht worden van oorlogsmisdaden. Op basis van het ambtsbericht van Buitenlandse Zaken over Afghanistan uit februari 2000 krijgt in Nederland iedere uit Afghanistan gevluchte officier of onderofficier automatisch deze 1F-status. Van iedereen die gewerkt heeft voor de veiligheidsdienst wordt ‘ambtshalve’ aangenomen dat hij schuldig is aan oorlogsmisdaden; er is géén individuele toets.
Deze praktijk staat op gespannen voet met wat in het strafrecht gebruikelijk is: iedereen wordt voor onschuldig gehouden, totdat een rechter zich over een mogelijke verdenking van misdaden heeft uitgesproken, en de bewijslast ligt bij het Openbaar Ministerie. De IND gaat echter uit van de onaantastbare juistheid van het ambtsbericht uit 2000, daarin nog in september 2009 gesteund door een uitspraak van de Raad van State (zie ons bericht van 30-09-09). De bewijslast wordt omgekeerd: de asielzoeker moet bewijzen dat hij zich niet schuldig heeft gemaakt aan oorlogsmisdaden. Ook in zaken die het Openbaar Ministerie heeft geseponeerd omdat er onvoldoende bewijs is voor een strafrechtelijke veroordeling houdt de IND vast aan het 1F-label op het asieldossier.
De man in Giessenlanden bevindt zich in de bizarre situatie dat zijn vrouw en kinderen in het bezit zijn gesteld van een verblijfsvergunning, dat alle documenten die hij jarenlang heeft verzameld om zijn onschuld aan te tonen niet worden geaccepteerd en dat hij nu als ongewenst vreemdeling na 14 jaar ons land en zijn gezin zou moeten verlaten. De burgemeester van Giessenlanden heeft tevergeefs geprobeerd in overleg met minister Leers tot een oplossing te komen, en protesteert nu tegen de “volstrekt rechteloze situatie waarin een van de inwoners van mijn gemeente verkeert” in een open brief aan de minister, “omdat ik van oordeel ben dat iedereen moet weten dat er in Nederland mensen zijn die door toedoen van de overheid tussen de raderen raken.”
Burgemeester mw Boot eindigt haar pleidooi met een beroep op de politieke wil om deze zaak op te lossen: “(…) het is een gotspe om te handelen alsof N wel schuldig is, hem te verwijderen uit Nederland en het gezin en N zelf nog verder te traumatiseren. U kunt dit voorkomen zonder onoverkomelijk juridisch probleem. Het gaat om de politieke wil daartoe!
Namens het gemeentebestuur verwacht ik dan ook dat de heer N aldus recht gedaan zal worden, zoals passend is binnen onze democratische rechtsorde die wij zo graag en terecht aan andere landen, waaronder Afghanistan, ten voorbeeld stellen.”
Inmiddels zijn er ook twee nieuwe uitspraken van de Rechtbank Den Haag (resp. nevenzittingsplaatsen Amsterdam 22 feb 2011 en Haarlem 27 mei 2011). In beide zaken oordeelde de bestuursrechter dat het ontbreken van een individuele toets onaanvaardbaar is. Dit werd gebaseerd op een arrest van het Europees Hof van Justitie d.d. 9 november 2010, waarin o.a. werd overwogen “ (…) dat een persoon die heeft behoord tot een organisatie die terroristische methoden toepast, slechts van de vluchtelingenstatus kan worden uitgesloten na een individueel onderzoek van specifieke feiten waaruit kan worden opgemaakt of er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat deze persoon in het kader van zijn activiteiten binnen die organisatie een ernstig, niet-politiek misdrijf heeft begaan (…)”.
Al vijftien burgemeesters hebben zich bij het initiatief van de burgemeester van Giessenlanden aangesloten. In een nieuwe brief d.d. 27 juni 2011 dringen zij bij de minister aan op het staken van alle vertrekprocedures van Afghaanse 1F-ers tot het omstreden ambtsbericht uit 2000 is heroverwogen en totdat er meer duidelijk is over de effecten van bovengenoemde gerechtelijke uitspraken. De Tweede Kamer zal zich na het zomerreces in een Algemeen Overleg met de minister ook over deze kwestie buigen.
De Afghaan in Giessenlanden heeft vrijdag 8 juli op het laatste nippertje te horen gekregen dat zijn afspraak met de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), om te spreken over zijn terugkeer naar Afghanistan, niet doorging.
Meer informatie:
De brief van burgemeester mw Boot van Giessenlanden aan minister Leers d.d. 23 mei 2011
De brief van 16 burgemeesters aan minister Leers d.d. 27 juni 2011
De uitspraak van de Rechtbank Amsterdam d.d. 22 feb 2011 (zie met name de overwegingen 13.3 en 13.4)
Aanvulling: na de 11 in bovenstaande bijlage genoemde burgemeesters hebben inmiddels (stand medio augustus) de burgemeesters van de volgende 13 gemeenten de brief getekend:
Amsterdam, Amersfoort, Eindhoven, Deventer, Zwolle, Spijkenisse, Wormerland, Utrecht, Emmen, Pekela, Gorinchem, Nijkerk en Landerd.
Zie ook:
30-09-09 Ambtsbericht Afghanistan onaantastbaar
02-03-09 1F: rechtbank vindt ambtsbericht Afghanistan niet langer alleenzaligmakend
Dossier 1F in het Expertise centrum