21 oktober 2014

Schadevergoeding voor Nederlandse kinderen in Gezinslocatie

De Nederlandse Staat is door de Rechtbank Den Haag veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 10.000 aan twee kinderen die met hun moeder bijna 2 jaar in de Gezins Opvang Locatie Katwijk hebben moeten verblijven. De kinderen hebben de Nederlandse nationaliteit en hadden volgens de Rechtbank Den Haag niet aan deze beperking van hun bewegingsvrijheid mogen worden onderworpen..

De rechtbank acht het, ”anders dan verweerder [de Staat], wel aannemelijk dat de eiseressen immateriële schade hebben geleden. (…) Door de opgelegde dagelijkse meldplicht, zeven dagen per week, midden op de dag, zijn de eiseressen feitelijk ‘gevangen’ gehouden op het centrum.”  De Guinese moeder en haar twee Nederlandse kinderen mochten de gemeente Katwijk ook niet verlaten.
De rechtbank stelt ook vast dat er in de GOL een “gebrek aan voldoende privacy en nachtrust” is en acht het “voldoende aannemelijk” dat de jonge meisjes als gevolg van slecht slapen en nachtmerries “geschaad zijn in hun ontwikkeling”.

Omdat de door de overheid opgelegde vrijheidsbeperkende maatregel onrechtmatig was (op grond van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) hebben betrokkenen recht op schadevergoeding. De rechtbank heeft bij het vaststellen van de hoogte van deze immateriële schadevergoeding aansluiting gezocht bij “toekenning van smartengeld bij niet-letsel zoals in geval van arrestatie, onterechte hechtenis en vrijheidsberoving”. Op basis van het gebruikelijke bedrag van € 35 per dag zouden de meisjes dan elk recht hebben op € 21.000, maar gezien hun jonge leeftijd maximeert de rechtbank de vergoeding op € 5.000 per persoon…

Belangrijker dan de opmerkelijke hoogte van dit geldbedrag is de constatering van de rechtbank dat het verblijf in een GOL schadelijk is voor de ontwikkeling van kinderen. Dat geldt dan natuurlijk niet alleen voor kinderen met de Nederlandse nationaliteit. Deze uitspraak van de bestuursrechter van de Rechtbank Den Haag d.d. 2 oktober 2014 is dan ook een forse steun in de rug voor de lobby van diverse organisaties voor vluchtelingen, kinder- en mensenrechten, die al langere tijd pleiten voor verbetering van de omstandigheden in de gezinsopvanglocaties.


Meer informatie:
De uitspraak van de Rechtbank Den Haag d.d. 2 okt 2014 (4 pag's pdf-bestand)

Lees ook:
12-01-12  UNICEF en DCI: gezinsopvanglocaties ongeschikt voor kinderen