29 mei 2012

RvS: COA mag tijdens beroepsfase eerste asielprocedure al ontruimen

RvS: COA mag tijdens beroepsfase eerste asielprocedure al ontruimen
Volgens een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 2 mei 2012 mogen asielzoekers al gedurende de behandeling van hun beroep in de eerste asielprocedure op straat worden gezet. Zelfs met een toegewezen ‘voorlopige voorziening’ moet de betrokkene in dit geval de uitspraak van de rechter maar op straat afwachten.

Het gaat hierbij om asielaanvragen die in het kader van de ‘Algemene Asielprocedure’ binnen acht dagen zijn afgewezen en waartegen de advocaat van de asielzoeker bij de rechtbank in beroep gaat en een verzoek om een voorlopige voorziening indient. Indien er niet binnen 4 weken na de afwijzing van het asielverzoek door de rechtbank op het beroep in de asielprocedure is beslist, dan mag het COA toch overgaan tot ontruiming. Aangezien het COA sinds kort zelfs een boete kan krijgen als zij asielzoekers opvangt die niet (langer) voor opvang in aanmerking komen, zal het COA dan ook in dit soort gevallen tot ontruiming overgaan. Verontrustend hierbij is dat de inzet van de minister is om zoveel mogelijk asielaanvragen in het kader van de ‘Algemene Asielprocedure’ af te handelen.

In dit specifieke geval had de Rechtbank Zwolle het verzoek om een voorlopige voorziening gedurende de beroepsfase zelfs toegewezen. Betrokkene hield vanwege de toewijzing van de voorlopige voorziening wel rechtmatig verblijf in Nederland tijdens de behandeling van het beroep, maar als gevolg van de uitspraak van de Raad van State moet hij dit nu wel buiten de opvang zien af te wachten, omdat het COA in hoger beroep bij de RvS was gegaan tegen de uitspraak van de Rechtbank Zwolle (wederom dus ‘doorprocederen’ van de zijde van de minister!). 

De grote vraag is natuurlijk welk nut er mee gediend is om asielzoekers al gedurende de beroepsfase van de eerste asielprocedure op straat te zetten. Al eerder ging het COA over tot het op straat zetten van asielzoekers die in hoger beroep waren gegaan tegen de afwijzing van hun asielaanvraag. Ook hier kan de vraag gesteld worden wat het nut is om asielzoekers gedurende de hoger beroepsfase op straat te zetten. Immers, deze asielzoekers zullen toch in Nederland blijven zolang er nog geen definitieve beslissing op hun asielaanvraag is genomen.

Bij toewijzing van het beroep of het hoger beroep zal betrokkene in veel gevallen in het bezit gesteld worden van een asielvergunning. Wat is dan het nut om de betrokkenen ondertussen zonder voorzieningen op straat te zetten, terwijl ze ook niet mogen werken om in hun eigen levensonderhoud te voorzien? Hoe moeten zij overleven gedurende de periode dat er nog geen definitieve beslissing op hun aanvraag genomen is? Waarom kiest de overheid er bewust voor om deze asielzoekers zonder voorzieningen op straat te laten staan zolang er nog niet definitief is beslist op hun asielprocedure?

En bij een definitieve afwijzing heeft dit op-straat-zet-beleid ook nadelige consequenties, want betrokkene is dan niet meer te traceren voor de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) die de uitzetting moet regelen. Betrokkene is dan immers 'vertrokken zonder toezicht', zoals in de rapportages tegenwoordig wordt aangeduid wat vroeger ‘met onbekende bestemming vertrokken’ heette.

Kortom, dit beleid van de Rijksoverheid is verre van sluitend. En vervolgens zijn het o.a. gemeenten, kerken en particulieren die met de gevolgen van deze beleidskeuze worden opgezadeld!


Meer informatie:
De volledige uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 2 mei 2012

Zie ook:
23-03-12  Gemeenten uiten zorgen over stijgende aantallen dakloze asielzoekers
15-03-12  Gemiddeld 5000 ex-asielzoekers per jaar ‘met onbekende bestemming’