IND kent Somalische documenten ten onrechte geen waarde toe
Eerder nog betwijfelde de IND in het kader van een aantal toelatingsaanvragen de geldigheid van documenten die door deze ambassade waren afgegeven. De DT&V kende eerder ook al wel waarde toe aan documenten afgegeven door deze ambassade, maar deze dienst stelde wel dat de ambassadeur (nog) niet voor Nederland geaccrediteerd was, en dat om deze reden de DT&V Somalische vreemdelingen niet kon presenteren danwel kon verwijzen naar deze ambassade voor het verkrijgen van reisdocumenten. Op 12 juni 2013 verwoordde de DT&V in antwoord op een eerder WOB-verzoek van INLIA dit als volgt: “De Ambassadeur in Brussel is niet geaccrediteerd voor Nederland. Om deze reden is het voor de DT&V niet mogelijk om in Brussel Somaliërs te presenteren, danwel Somaliërs te verwijzen naar de ambassade in Brussel ter verkrijging van reisdocumenten.”
- Is de heer Faqi thans een geaccrediteerd ambassadeur voor Nederland?
- Betekent de omstandigheid dat er momenteel een voor Nederland geaccrediteerde ambassadeur voor Somalië is dat het voor de DT&V nu mogelijk is om Somalische vreemdelingen door te verwijzen naar deze ambassade voor het verkrijgen van reisdocumenten, nationaliteitsverklaringen of paspoorten?
- Op welke wijze waardeert de DT&V door deze ambassade uitgegeven documenten thans, en is er sinds het aantreden van een voor Nederland geaccrediteerde ambassadeur iets veranderd in de wijze waarop de DT&V deze documenten waardeert?
Op 1 december 2014 heeft de DT&V een antwoord op deze vragen verstuurd waarin wordt bevestigd dat de heer Faqi op 9 april 2014 zijn geloofsbrieven aan de Koning heeft overhandigd en daarmee sindsdien in Nederland is geaccrediteerd als ‘Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur van de Federale Republiek Somalië’. De DT&V bevestigt ook dat Somaliërs zich nu tot deze ambassade kunnen wenden voor het verkrijgen van documenten. Niet alleen kunnen zij dat op eigen initiatief doen, uit de bewoording van de brief van de DT&V van 12 juni 2013 blijkt dat deze dienst Somaliërs nu ook actief kan doorverwijzen naar de ambassade in Brussel.
Op onze derde vraag geeft de DT&V geen antwoord, onder meer omdat “het niet aan de DT&V is om zich uit te spreken over de waardering van dergelijke documenten”. Een opmerkelijke reactie, omdat eerder nog (in de hiervoor aangehaalde brief van 12 juni 2013) werd vermeld dat deze documenten wel degelijk een aanvullende bewijswaarde hebben: “Als een Somaliër een paspoort bezit afkomstig van de ambassade uit Brussel, is dit een extra bevestiging van de nationaliteit.”
Gezien de beantwoording van dit WOB-verzoek is het nu helemaal duidelijk dat de IND ten onrechte in een aantal toelatingsaanvragen geen waarde heeft toegekend aan documenten afkomstig van deze ambassade.