19 mei 2010

"Zonder noodopvang geen goed functionerend asielbeleid"

Noodopvang is een onmisbaar onderdeel van een werkend asielbeleid, het heeft als het ware de functie van smeerolie van het asielbeleid. Dat zegt dr. Heinrich Winter, als hoofddocent bestuursrecht en bestuurskunde verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en specialist vreemdelingenrecht. Hiermee neemt hij stelling tegen het asielbeleid van minister Hirsch Ballin van Justitie, dat in zijn ogen te rechtlijnig is. 

Winter denkt dat dit beleid niet vol te houden is omdat o.a. op grond van Europese grondrechten gaten geschoten zullen worden in de nieuwe regelgeving, die “uiteindelijk in strijd is met het Europese mensenrechtenverdrag en het kinderrechtenverdrag Het Europees Sociaal Handvest mag dan juridisch niet bindend zijn, de uitspraak van het ECSR (Europees Comité voor Sociale Rechten, zie ons bericht van 02/03/10, red.) zal worden gevolgd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en vonnissen van dat hof zijn wel bindend”.
 

Daarnaast zegt ook de Centrale Raad van Beroep, dat op grond van de Rechten van het Kind in bepaalde gevallen een uitzondering gemaakt moet worden op de Koppelingswet (die mensen zonder verblijfsvergunning uitsluit van het recht op voorzieningen).
 

De verplichte sluiting (per 1 jan 2010) van de noodopvang door de gemeenten wordt in zijn ogen door de minister op de spits gedreven vooral onder invloed van het politiek en maatschappelijk klimaat, waardoor het kabinet zich genoodzaakt voelt een streng asielbeleid te handhaven. Door de verplichte sluiting worden gemeenten in een spagaat geplaatst; dankzij het rechtlijnige rijksbeleid worstelen gemeenten met vraagstukken van humaniteit en effectief vreemdelingenbeleid: "Het stoort gemeenten dat ze verantwoordelijk worden gehouden voor schending van mensenrechten. En er is geen burgemeester die het op zijn geweten wil hebben dat een uitgeprocedeerde asielzoeker in zijn gemeente iets overkomt omdat hij op straat leeft."
 

De minister moet deze kwestie “fatsoenlijk regelen" – het gaat uiteindelijk om hooguit enkele honderden gevallen per jaar – via "kleinschalige, kortdurende maar gestructureerde noodopvang. Voorkomen moet worden dat mensen in de illegaliteit belanden”. Bovendien waarschuwt Winter voor de boemerangwerking die van de huidige, "naïeve" benadering kan uitgaan: “want het kan ook eens mis gaan wanneer een gezin met kinderen in een strenge winter op straat wordt gezet. Bedenk eens wat de maatschappelijke reactie dan zal zijn”.

Lees het hele artikel op de site van de RuG.