25 juli 2013

Veiligheidssituatie Irak substantieel verslechterd

Veiligheidssituatie Irak substantieel verslechterd
Teeven weigert beleid aan te passen. De voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam heeft op 2 juli 2013 een voorlopige voorziening toegewezen aan een asielzoeker uit Irak, op grond van de overlegde informatie van Human Rights Watch waaruit blijkt dat de veiligheidssituatie in Irak sinds april substantieel verslechterd is.

In de uitspraak overweegt de rechter dat uit de door de verzoeker [dat is de Irakese asielzoeker] ingebrachte stukken “ - onweersproken door verweerder [dat is de IND] - kan worden afgeleid dat sinds april 2013 sprake is van een substantiële verslechtering van de reeds slechte veiligheidssituatie in Irak”. Het enige dat de IND ter zitting hier tegenin heeft gebracht is het herhalen van het geldende beleid over Irak. Dit standpunt, waarin geen rekening wordt gehouden met recente ontwikkelingen, luidt “dat het willekeurige geweld in Irak niet dermate hoog is dat iedere burger louter door zijn aanwezigheid aldaar een reëel risico loopt op een ernstige bedreiging”.

De rechtbank is echter van mening dat gelet op de substantiële verslechtering van de veiligheidssituatie in Irak het enkele herhalen van het beleid zonder deze stelling te onderbouwen onvoldoende gemotiveerd is. De rechtbank wijst de IND verder op haar verplichting nauwkeurige en actuele informatie te verzamelen over de algemene situatie in het land van herkomst van asielzoekers.

De voorzieningenrechter doet hier niet direct uitspraak in de hoofdzaak, omdat niet uit valt te sluiten dat de IND alsnog voldoende kan motiveren dat het willekeurige geweld in Irak niet zodanige proporties aanneemt dat iedere burger louter door zijn aanwezigheid aldaar een reëel risico loopt op een ernstige bedreiging. Maar ondanks dat er geen inhoudelijke uitspraak wordt gedaan is het zonder meer waardevol dat er nu door een rechter wordt erkend dat de situatie in Irak significant aan het verslechteren is, en belangrijker nog is wellicht dat de IND deze stelling niet heeft geprobeerd te weerleggen.

Naar aanleiding van berichten in de media hebben de kamerleden Maij, Gesthuizen en Voordewind op 13 juni vragen gesteld aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Op 27 juni antwoordde de heer Teeven dat hij het niet nodig vindt een vertrekmoratorium in te stellen. Hij wacht op een geactualiseerd ambtsbericht over de algehele situatie in Irak, dat naar verwachting in het najaar zal verschijnen. Daarmee loopt hij wel het risico dat alle Irakese asielzoekers die nu nog steeds door de IND worden afgewezen bij de voorzieningenrechter in het gelijk zullen worden gesteld.


Meer informatie:
De uitspraak van de voorzieningenrechter Rechtbank Rotterdam d.d. 2 juli 2013
Twee berichten van Human Rights Watch d.d. 4 mei en 11 juni 2013  (Engelstalig)
Enkele nieuwsberichten van de NOS:
"Irak: mei bloedigste maand in jaren" d.d. 1 juni 2013
"Ruim 70 doden bij aanslagen Irak" d.d. 10 juni 2013
"Veiligheidssituatie in Irak verslechtert snel" d.d. 24 juli 2013
De antwoorden van staatssecretaris Teeven d.d. 27 juni 2013 op Kamervragen van de leden Maij, Gesthuizen en Voordewind

Lees ook:
16-07-13  Vestigingsalternatief voor christenen in Noord-Irak?