23 september 2016

Toeslagen over 2 jaar teruggevorderd na intrekken verblijfsvergunning

Toeslagen over 2 jaar teruggevorderd na intrekken verblijfsvergunning
Het terugvorderen van, naar achteraf blijkt onterecht, ontvangen toeslagen kan een vreemdeling en diens Nederlandse partner in grote financiële moeilijkheden brengen. De Raad van State vindt die gevolgen kennelijk niet onevenredig, zo blijkt uit een uitspraak van 27 juli jl..  


Veel mensen in Nederland ontvangen toeslagen van de Belastingdienst zoals het kindgebonden budget, zorg- en huurtoeslag. Deze toeslagen zijn afhankelijk van de verblijfsstatus van de ontvanger. Iemand met een verblijfsvergunning heeft, afhankelijk van het inkomen, recht op deze toeslagen, maar op het moment dat het verblijfsrecht in Nederland wordt beëindigd stoppen ook de toeslagen.

In het vreemdelingenrecht is het echter niet ongebruikelijk dat een verblijfsvergunning met terugwerkende kracht wordt ingetrokken. De IND kan informatie krijgen dat er, met of zonder medeweten van de vreemdeling, al in het verleden iets is gebeurd waardoor op dat moment de verblijfsstatus is verloren. Dit kan soms pas maanden later duidelijk worden, waardoor de vreemdeling maar vooral diens Nederlandse partner dus ook ineens ten onrechte maanden lang toeslagen blijken te hebben ontvangen en deze terug betaald moeten worden. 

De Belastingdienst gaat er vanuit dat zij bij iemand zonder verblijfsstatus niet kan controleren wat diens inkomen is, en dus niet kan nagaan of deze persoon en diens partner ook recht hebben op de toeslagen. Een persoon zonder verblijfsvergunning hééft echter helemaal geen recht op voorzieningen, noch mag hij werken. De Belastingdienst zou er ook voor kunnen kiezen om er vanuit te gaan dat het een vreemdeling betreft die helemaal geen inkomsten heeft (tenzij er concrete aanwijzingen zijn dat iemand bijv. zwart werk doet). Bij gewone burgers gaat de Belastingdienst er ook niet zonder meer vanuit dat iemand zwart werkt, dus waarom gaat zij hier wel zonder meer vanuit bij een vreemdeling zonder verblijfsvergunning?  In het geval dan ook nog met bijv. twee jaar terugwerkende kracht een vergunning wordt ingetrokken en vervolgens de toeslagen over twee jaar worden terug gevorderd, heeft dit vaak bijzonder ingrijpende gevolgen voor de partner van de betreffende vreemdeling. Deze kan hierdoor voor gigantische schulden komen te staan. 

In een zaak waarin de Raad van State op 27 juli 2016 uitspraak heeft gedaan is de verblijfsvergunning van de echtgenoot van een Nederlandse vrouw ingetrokken, waardoor de toeslagen van het gezin over enkele jaren moeten worden terugbetaald. De omstandigheid dat deze vrouw en haar, eveneens Nederlandse, kinderen onder het sociaal minimum leven en als zodanig in principe recht hebben op deze toeslagen, en de omstandigheid dat zij er op zouden moeten kunnen vertrouwen dat de man destijds terecht een verblijfsvergunning heeft gekregen, gevoegd bij het feit dat er geen aanwijzingen zijn dat de betreffende vreemdeling over deze periode niet opgegeven bijverdiensten heeft gehad -  dit alles doet volgens de Raad van State niet ter zake.

Volgens de regels heeft er met terugwerkende kracht iemand in hun huis gewoond waarvan het inkomen niet kan worden vastgesteld, waardoor het gehele gezin ten onrechte financiële steun heeft ontvangen. Dat dit ertoe leidt dat een Nederlands gezin dat al onder het sociaal minimum leeft jarenlang ontvangen toeslagen moet terugbetalen en daardoor nog verder in de problemen komt , is volgens de Raad van State kennelijk niet onevenredig. 


Meer informatie:
De uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 27 juli 2016, zaaknr 201600524/1/A2  (link naar website RvS)