02 februari 2010

Ongewenstverklaring wederom contra-productief

Onlangs gaf de Staatssecretaris aan dat twee criminele broers uit Marrokko voorlopig niet uitgezet kunnen worden omdat de gegevens die door de IND gebruikt zijn voor de ongewenstverklaring niet kloppen. Over deze zaak ontstond vorig jaar nog commotie. Amsterdam wilde de broers laten uitzetten, omdat ze deel zouden uitmaken van een criminele groep. Uiteindelijk had de IND pas in hoger beroep (nadat er reeds bezwaar en beroep had plaatsgevonden) door, dat de gegevens die ten grondslag lagen aan de ongewenstverklaring onjuist waren.
In een eerder bericht (25-6-2009) schreven we al dat het 'ongewenstverklaren' van vreemdelingen, waar de afgelopen jaren door de overheid nogal veel op ingezet wordt, nogal eens contra-productief werkt. Immers, een illegaal verblijvende persoon kan door Justitie gewoon worden uitgezet. Indien de IND iemand echter eerst nog ongewenst gaat verklaren, kunnen tegen deze beschikking tot ongewenstverklaring rechtsmiddelen worden aangewend, die weer schorsende werking kunnen hebben. Dit toont aan dat het middel van de ongewenstverklaring zijn doel, nl. dat vreemdelingen met ernstige criminele antecedenten uitgezet worden, voorbij schiet. Had de IND deze broers niet eerst ongewenst verklaard, dan hadden ze hen gewoon kunnen uitzetten en was alle commotie niet nodig geweest.