10 september 2015

Hardvochtig 1F-beleid verscheurt gezin

Hardvochtig 1F-beleid verscheurt gezin
Twee gewortelde kinderen en hun moeder mogen in Nederland blijven, maar de vader moet na 15 jaar terug naar Angola, zo heeft staatssecretaris Dijkhoff besloten. De kinderen kregen geen kinderpardon omdat hun vader wordt verdacht van oorlogsmisdaden (art 1F).


Het gezin verblijft al 15 jaar in Nederland; de dochter was pas 3 toen ze uit Angola vluchtten, de zoon van 13 is in Nederland geboren en opgegroeid. De kinderen zijn dus geworteld in Nederland en de enige reden dat ze toch niet voor een status in het kader van de kinderpardonregeling in aanmerking kwamen is het stempel ‘1F’ dat de IND op het dossier van de vader heeft gezet. Omdat hij in het Angolese leger zat ten tijde van de burgeroorlog wordt hij per definitie verdacht van oorlogsmisdaden, en daarom kan hij op grond van artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag geen asielstatus krijgen.

 

Schuldig zonder veroordeling
De vader, die uit het leger deserteerde en met zijn vrouw en kind naar Nederland vluchtte, is door het Openbaar Ministerie echter nooit vervolgd, laat staan veroordeeld. Het principe van onze rechtsstaat dat iemand onschuldig is tot het tegendeel door een rechter is bewezen verklaard wordt echter door de IND in bestuursrechtelijke zin genegeerd: de verdenking blijft gehandhaafd ondanks het ontbreken van enig strafrechtelijk bewijs.

Verjaringstermijn niet van toepassing
In vergelijkbare situaties waarin een asielzoeker met het 1F-stempel langdurig met zijn gezin in Nederland verblijft geldt een verjaringstermijn van 10 jaar. Dat betekent dat in ieder geval de gezinsleden na 10 jaar recht krijgen op een verblijfsvergunning. In de kinderpardon-regeling is deze verjaringstermijn echter niet opgenomen. Ondanks dat heeft de staatssecretaris op 31 augustus toch besloten gebruik te maken van zijn discretionaire bevoegdheid om de kinderen en de moeder een status te verlenen. Dat Márcia en Gláucio door de inzet van Defence for Children en anderen veel aandacht in de media hebben gekregen zal daar ongetwijfeld aan hebben bijgedragen.

Recht op gezinsleven
Het compromis (vrouw en kinderen wel, man geen status) betekent wel dat het gezin uit elkaar wordt gescheurd, wat een mogelijke schending is van art. 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, dat eenieder het recht geeft op gezins- en familieleven. En de belangen van de in Nederland gewortelde kinderen zijn in tweede instantie wel zwaarder gewogen, maar je kunt je afvragen of het nodig was hen eerst een traumatische ervaring te bezorgen, door ze volkomen onverwacht ’s ochtends vroeg met 10 agenten van hun bed te lichten en enkele dagen met hun ouders in een detentiecentrum op te sluiten.

Kinderombudsman
Kinderombudsman Marc Dullaert heeft eerder verklaard de dreigende uitzetting van Márcia en Gláucio onacceptabel te vinden: “De Nederlandse Staat heeft de belangen van deze kinderen duidelijk niet voorop gesteld bij deze beslissing.” Hij heeft zich erover verbaasd dat juist bij deze kinderpardonregeling “kinderen na ruim 10 jaar nog de gevolgen ondervinden van de 1F status van een ouder. Dit is niet uit te leggen. (…) Dit zijn Nederlandse kinderen en hun toekomst ligt hier”. Naar aanleiding van de beslissing van de staatssecretaris de kinderen nu toch te laten blijven heeft dhr Dullaert gezegd dat de kinderpardonregeling opnieuw bekeken moet worden. Er vallen nu nog meer dan 100 kinderen buiten de boot vanwege de uitzonderingen die op de regeling worden toegepast (zoals geen asiel- maar reguliere aanvraag gedaan, te lang buiten zicht van de rijksoverheid etc). Nu de uitzettingen in gang worden gezet wordt duidelijk wie niet mogen blijven.
 

Meer informatie:
Het bericht 'Kinderombudsman veroordeelt mogelijke uitzetting Márcia en Gláucio' op de website van de Kinderombudsman d.d. 30 augustus 2015
Het persbericht op de website van Defence for Children d.d. 31 augustus 2015

Lees ook:
09-07-15  Definitieve regeling kinderpardon is een dode letter
17-03-15  Raad van State: geen kinderpardon voor ‘gemeente’-kinderen

Dossier Artikel 1F Vluchtelingenverdrag